‘Dan ben je toch weer allemaal gewoon mens’


Puk, Charlotte, Broos, Victor, Annebelle vertellen het verhaal van Gerrit Sijpheer
Oude Prinsweg, Bergen

Annebelle, Broos, Charlotte, Viktor en Puk fietsen in de regen naar het huis van Gerrit Sijpheer. Hij maakt na binnenkomst eerst even limonade en thee. De ouders van de nu tachtigjarige Gerrit ouders zaten beiden in het verzet en de leerlingen van de Bosschool zijn heel benieuwd naar zijn verhalen.

Hoe heeft u de oorlog als kind ervaren?
‘We woonden met drie kinderen, mijn vader en mijn zwangere moeder én zes Joodse onderduikers in een klein huisje aan de Notweg in Bergen. Dat het heel spannend was met onderduikers in huis en ouders in het verzet, kreeg je als kind wel mee. Maar het was ook heel gezellig met zoveel mensen in huis. Al die mensen moesten natuurlijk eten en ergens slapen. Wij sliepen boven op zolder; daar lag een hele lange reeks matrassen naast elkaar. Een onderduiker was Hannie, een meisje van elf. We deden alsof ze een nichtje van mijn moeder was. Zij zorgde voor mij en we sliepen samen in een bed. Ze leeft nog steeds. Ze bleef altijd mijn grote zus. Een andere Joodse onderduiker was David. Hij verveelde zich omdat hij niet naar buiten kon. Mijn vader zei: “Weet je wat jij gaat doen? Jij gaat jongleren!” Dat ging hij oefenen. Dat vond hij zo leuk, dat hij na de oorlog bij het circus is gegaan. Hij had een prachtige voorstelling en trad over de hele wereld op.’

Wat deden uw ouders precies in het verzet?
‘Mijn vader was het hoofd van een onderduikgroep. Hij zorgde ervoor dat alle onderduikers in Bergen en omgeving bonnen ontvingen voor eten. Alles was op de bon toen. En ze maakten een illegale krant op een stencilmachine in de kelder. Daar moest je aan draaien en zo kon je krantjes vermenigvuldigen.’

Wat aten jullie?
‘Wij hadden een grote tuin met aardappelen en suikerbieten. We aten ook veel bruine bonen. Mijn moeder bakte zelf brood. Graan maalden we met de koffiemolen tot meel; dat was een klusje voor de onderduikers. Als je in zo’n situatie zit, bedenk je van alles.’

Kent u mensen die zijn omgekomen?
‘Er waren hier veel Duitse soldaten nodig om het vliegveld te beschermen, omdat dat nogal eens werd gebombardeerd door de Engelsen. Een Bergenaar die vlak bij ons woonde, had een tuin bij het vliegveld. Een keer was ie daar aan het werk, toen een Amerikaans vliegtuig bommen op het vliegveld ging gooien om de Duitse vliegtuigen te beschadigen. Mijn buurman schrok zich rot! Naast hem was een bomtrechter, veroorzaakt door een andere bom. Hij sprong daarin om zich te beschermen tegen de bommen. Maar toen viel er een bom vlakbij en werd de hele kuil door de ontploffing volgegooid met aarde.’

Wat was het engste dat u heeft meegemaakt?
‘Ik speelde op straat toen een Duitse soldaat met een groot geweer op zijn rug naar me toekwam. Ik was erg bang voor Duitse soldaten, dus ik sjeesde naar huis. Omdat we onderduikers in huis hadden, was onze deur altijd op slot. Mijn moeder deed de deur voor me open en toen kwam ook de Duitse soldaat net aangelopen. Hij bleek helemaal niet zo eng. Hij vroeg of ik honger had en ik kreeg van hem een dikke boterham met kaas. Ik greep de boterham uit zijn handen, zo’n honger had ik. De soldaat barstte in huilen uit. Mijn moeder vroeg wat er aan de hand was en hij vertelde dat hij net te horen had gekregen dat het dorp waar hij vandaan kwam een dag daarvoor helemaal platgebombardeerd was door de Amerikanen en dat zijn gezin, met een jongetje als ik, daarbij was omgekomen. Daar stond mijn moeder als verzetsvrouw de Duitse soldaat te troosten. Dit laat typisch de waanzin van oorlog zien. Dan ben je toch weer allemaal gewoon mens.’

Hoe was de Bevrijding voor u?
‘Dat was feest! De Canadezen die ons bevrijd hebben, hadden een tentenkamp opgezet in de weilanden naast ons huis. Dat was heel spannend als kind. Mijn pasgeboren zusje droegen ze blij het hele kamp door. Ook hadden ze op de voetbalvelden al hun materieel staan. Ik weet nog dat ik daar met mijn oudere broer en vriendjes naartoe ging, omdat we heel nieuwsgierig waren. Een van de jongens klom stiekem in een auto. Hij drukte op een knop en reed toen zo met auto en al de sloot in!’

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892