‘Bij de school stonden mannen om jongens op te pakken’


Manal, Yassin en Zoë vertellen het verhaal van Hans Kramer 13 jaar toen de oorlog begon
Hendrick de KeijserpleinDe Pijp

Wij zijn Manal, Yassin en Zoë en wij interviewden meneer Kramer. Hij was dertien jaar toen de oorlog begon, een spannende leeftijd voor een jongen, omdat je dan bijna naar Duitsland gestuurd kon worden voor dwangarbeid. Dit heeft zijn vader vanuit het verzet gelukkig kunnen voorkomen.

Wat deed uw vader tijdens de oorlog?
“Mijn vader zat bij ‘de Ondergrondse’ of zoals we vandaag zeggen: bij het verzet. Hij heeft veel mensen geholpen tijdens de oorlog. Zo bezorgde hij Joodse families en vooral Joodse kinderen een onderduikplek. Hij waarschuwde gezinnen uit de buurt wanneer hun zonen voor dwangarbeid in Duitsland in aanmerking kwamen en hij liet weten wanneer er razzia’s zouden zijn. Mijn vader had hier verschillende informatiebronnen voor. Er was bijvoorbeeld een ‘goede’ politieagent, die hem liet weten wanneer er een razzia zou zijn. Hij was ook bevriend met Meneer Kips, die rookworsten moest leveren bij de Duitsers. Mijn vader kreeg ook worsten die hij dan aan de onderduikers gaf. Kips hoorde bij de Duitsers ook weleens iets over razzia’s en dat vertelde hij dan altijd aan mijn vader.”

Veranderde uw leven sterk tijdens de oorlog?
“Ik heb een tijdje moeten onderduiken omdat ik zestien werd en eigenlijk naar Duitsland moest om te werken voor de Duitsers. Dit wilde ik natuurlijk niet. Een timmerman heeft toen bij ons op zolder een soort hok gemaakt dat je van buitenaf niet kon zien. Hier verstopte ik me dan overdag. ’s Avonds zat ik gewoon beneden bij mijn ouders en zusje. Onze buren waren NSB’ers die wisten dat ik nog thuis was. Ze hebben me gelukkig niet verraden, de Duitsers hebben me nooit gevonden. Maar ik kon niet meer naar school, daar stonden mannen om jongens op te pakken die oud genoeg waren om tewerkgesteld te worden. Later is onze school ook gevorderd door de Duitsers.”

Herinnert u zich de Bevrijding nog?
“Sommige mensen bij ons op het plein hadden een radio, we luisterden samen naar de Engelse zender. Zo hoorden we wanneer de Duitsers verliezen hadden geleden, want de Duitsers zelf deden altijd alsof ze aan de winnende hand waren. Op 4 mei kwam ik ’s avonds uit mijn hok op zolder, ik zag allemaal soldaten in auto’s op straat. Het waren geen Duitsers, maar Engelsen en Amerikanen. Ze kwamen ons bevrijden. Ze reden door Nederland en zo door naar Duitsland. Op de auto’s en tanks zaten allemaal meisjes. Zelfs op de kanonnen. Dat waren dan de liefjes van de soldaten. Zo wisten we dat Nederland bevrijd was.”

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892