‘Bij aankomst in Nederland hadden wij geen warme kleren’


Felix, Ro, Sjoerd, Mirko vertellen het verhaal van Maartje Ririmasse
Deventer

Op donderdag 9 maart 2023 gaan Felix, Ro, Sjoerd en Mirko van het Etty Hillesum Lyceum / het Corberic in Deventer op bezoek bij de 84-jarige mevrouw Maartje Ririmasse. Ze worden hartelijk ontvangen in het huis van dochter Juliette, die bij het gesprek aanwezig blijft. Juliette geeft aan dat haar moeder het spannend vindt.

Hoe was het om in Indonesië te wonen?
‘We woonden niet in de Molukken, maar in Indonesië. We woonden daar in het Molukse militaire kamp. We hebben het leuk gehad in Indonesië in het kamp. Het was oorlogstijd. Het leven was niet makkelijk. Verschrikkelijk. Het was heel erg. Ik was toen nog klein, maar ik herinner me nog steeds die oorlog. Elke keer kwam er een vliegtuig en dan moest je je verstoppen. Ik woonde alleen met mijn moeder, mijn vader was allang overleden in de oorlog. Wij woonden alleen met mijn moeder met de drie kinderen. Drie zusters. Ik ben de tweede.’

Wat herinnert u zich van uw vader?
Ik weet me niet veel van mijn vader. Ik was nog te jong. Het enige dat ik me van mijn vader kan herinneren is zijn achterhoofd. Hij had een bult op zijn hoofd. Ik was een jaar of 2 toen mijn vader wegging op patrouille, in de oorlog. Toen is hij weggegaan en is nooit teruggekomen. Hij is onthoofd door de Japanners. Mijn zusje was nog niet geboren toen mijn vader … Ze is in de oorlog geboren.’

Waarom ging u naar Nederland?
‘Wij moesten naar Nederland, omdat mijn vader militair was. En wij moesten met de militairen mee naar Nederland. Met de boot, ja.  Drie maanden. Het was gezellig, maar ik was nog klein. Ik was 12 jaar en kan me het niet herinneren. In Amersfoort kwamen we terecht. Daar moest iedereen doorgelicht worden en daarna ga je naar een kamp. Naar Grijpskerke bij Middelburg, zo’n klein dorpje. Dat is heel gezellig. Bij aankomst in Nederland hadden wij geen warme kleren. We hadden alleen zomerkleren. We kregen een cadeaubon van de CAZ (Commissariaat Ambonezenzorg). Dan kon je kleren uitkiezen.’

Hoe was het leven in een kamp in Nederland?
‘Dat was heel leuk. In een kamp en daar kregen we eten bij een gaarkeuken. Er wordt gekookt door de militairen.’ Mevrouw Ririmasse laat de pannetjes waarin het eten opgehaald werd. ‘Dan moest iedereen in de rij staan en dan moesten we eten halen. Eén keer per dag. We kregen soep en rijst en groenten. Aardappelen met vlees en ook brood en broodbeleg. Wij konden ook brood roosteren Wij mochten zelf geen boodschappen doen. Wij kregen alles van de keuken.
We gingen van het kamp in Grijpskerke naar het kamp in Breskens en van Breskens naar kamp Schattenberg. Met de trein. We wilden naar familie toe. Dus mijn moeder zei dat we naar onze oom in Schattenberg zouden gaan. Dat mocht je zelf kiezen. We hebben daar op strozakken geslapen. Drie meisjes met mijn moeder in één kamer. In 1961 zijn we naar Deventer verhuisd met mijn moeder. We zijn toen naar de Molukse wijk gegaan.’

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892