‘Als mijn vader mij niet had vastgepakt, had ik hier nu niet gezeten’
James, Eef, Anelot en Marsil vertellen het verhaal van Jaap Kramer
Castricum
James, Eef, Anelot en Marsil gaan met de auto naar Egmond-Binnen en nemen de vragen voor het interview al rijdend nog even door. Ze hebben zich heel goed voorbereid op het interview met de 86-jarige Jaap Kramer en zijn vrouw. Het echtpaar ontvangt de leerlingen van de Roland Holstschool hartelijk in hun fijne huis; ze schuiven aan de lange tafel en het interview kan beginnen.
Wat merkte u van de oorlog als u buiten speelde?
‘Soms schoten geallieerde vliegtuigen auto’s van de Duitse soldaten van de weg, die dan in de sloot terechtkwamen. Op een keer speelde ik buiten toen de geallieerde vliegtuigen begonnen te schieten op een auto…ik schrok me rot! Mijn vader zag het gebeuren, greep mij vast en gooide me in de voortuin van ons huis. Ik hoorde de kogels in de steeg ernaast vallen. Als mijn vader mij toen niet had vastgepakt, had ik hier nu niet gezeten.
Die angst dat iets kon gebeuren was er altijd.’
Heeft u iets engs meegemaakt?
‘Op een dag stond ik thuis voor het raam. Er kwam een man langslopen met een lange leren jas. Hij liep ons huis voorbij, maar even later hoorde ik een paar knallen en zag ik die man heel hard weer teruglopen. Hij had iemand in de straat doodgeschoten.’
Hadden jullie genoeg te eten?
‘Mijn vader had een grote tuin, dus daar haalden we eten uit. Ook ging mijn vader lopend naar Bakkum of Akersloot vanuit Limmen om bij de boer een fles melk te halen voor ons gezin. Verder aten we suikerbieten. Mijn moeder maakte er mooie figuurtjes van in de hoop dat wij ze lekker zouden vinden, maar het was heel vies.’
Vragen aan mevrouw Kramer:
Waar maakte u de oorlog mee?
‘In Castricum, maar wij mochten niet meer in ons huis blijven vanwege de bouw van de Atlanktikwall, wij moesten naar Alkmaar. In Alkmaar zag ik heel veel soldaten komen. Ik ging tussen de soldaten lopen omdat ik het er zo prachtig vond uitzien, ze marcheerden zo mooi. Een meneer heeft mij er toen tussenuit gepakt.’
Hadden jullie contact met Duitse soldaten
‘Mijn vader had voor mensen die wilden vluchten een ruimte onder de werkplaats. Eens toen hij iemand hiernaartoe bracht, kwam er net een Duitse soldaat aan. Mijn vader dacht: als hij maar niets heeft gezien… Maar het was een hele jonge man die aan het huilen was. Mijn vader begon een gesprek met hem en hij vertelde dat zijn vrouw een kindje kreeg en dat hij daar niet bij kon zijn omdat hij verplicht soldaat moest zijn.
Mijn vader heeft toen een oude fiets van mijn opa zwart geschilderd en de fiets meegegeven aan de soldaat. Zo jongen, zei hij, ga jij maar naar huis, dan kun je ‘s nachts fietsen. We hebben nooit meer iets van hem gehoord dus we denken dat hij het niet gered heeft.’
Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.