‘Als mijn vader mensen heeft doodgeschoten, dan heeft hij dat ons nooit verteld’


Janne, Danyne, Safouan vertellen het verhaal van Ben Bakker
Amsterdam-WestAmsterdam-West

Janne, Danyne en Safouan van O.B.S. Corantijn in Amsterdam-West hoeven niet ver te reizen om meneer Ben Bakker te interviewen. Meneer Bakker komt naar hun school. Nu woont hij in Monnikendam, maar toen hij net zo oud was als de leerlingen, woonde hij vlak bij de Corantijnschool

Hoe oud was u toen de oorlog begon?
‘Ik was toen 2 jaar en woonde hier vlakbij. Mijn school was ook vlakbij, maar die bestaat niet meer. Ik had een eigen kamer en mijn zussen sliepen samen in de andere kamer. In het begin van de oorlog stonden er zakken met graan in mijn kamer. Als ik in bed lag, zag ik de muizen over de zakken graan lopen. Die muisjes waren een beetje eng. Mijn moeder bakte broden van het graan en dat werd verdeeld onder de mensen die in de buurt ondergedoken zaten.’

Hoe wist uw moeder dat er mensen ondergedoken waren?
‘Mijn ouders zaten bij de ondergrondse, bij het verzet. Mijn moeder was een koerier. Ze ging met de kinderwagen met mijn zusjes erin, ik als kleuter aan het handje ernaast, door de wijk wandelen. In de kinderwagen zaten onder het matras levensmiddelenbonnen en wat eten dat we rondbrachten bij de mensen waar onderduikers zaten. We brachten ook verzetskrantjes rond. En we hadden een luik achter de voordeur waarin geweren lagen. Soms kwamen er mannen met die geweren oefenen. Dat waren dus ‘ooms’ die ook in het verzet zaten. Wij mochten daar met niemand over praten.’

Heeft u nare dingen meegemaakt in de oorlog?
‘Als kinderen deden we ook leuke dingen zoals soldaatje of indiaantje spelen in het Vondelpark, waar we ons konden verstoppen achter bomen. Dat was stoer! Op een keer mochten we niet verder op Overtoomsebrug, omdat er mensen waren doodgeschoten. Er staat nu een monument op de Amstelveenseweg voor die gefusilleerde mensen. Ik heb ze zien liggen vanaf de brug richting Vondelpark. We mochten er niet bij. Het was afgezet.’
‘Om ons heen in de straat woonden onder en boven en naast ons mensen die voor de Duitsers waren, die waren van de NSB. Mijn ouders waren heel bang dat we verraden zouden worden. Het is wonderbaarlijk dat dat niet gebeurd is. Na de oorlog was mijn vader bij de Binnenlandse Strijdkrachten en heeft mensen die bij NSB waren geweest gearresteerd. Ook de zoon van een buurman heeft hij gearresteerd.’
‘Het heftigste wat ik me herinner was twee dagen na de bevrijding. Mijn vader zat als BS’er in het Telegraafkantoor op de hoek van de Spuistraat aan de Dam. Er zou feest zijn op de Dam. Met mijn moeder liepen we met de kinderwagen met mijn zusjes naar de Dam. Maar vanuit een huis op de hoek van de Kalverstraat zaten nog Duitsers in ‘De Grote Club’  en die gingen ineens op de menigte schieten. Er vielen doden. Dat moment, dat ik mensen zag vallen, zal ik nooit vergeten. Mijn moeder heeft ons meegesleurd naar de Nieuwe Dijk. Mijn vader heeft meegewerkt om die Duitsers onschadelijk te maken.’

Heeft uw vader ook mensen dood geschoten?
‘Als mijn vader mensen heeft doodgeschoten, dan heeft hij dat ons nooit verteld. Daar was je niet trots op.’

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892