‘Als kind wist ik niet beter dan dat mijn zus gewoon mijn zus was’


Jake, Dean, Alyssa, Vera vertellen het verhaal van Marian Schaap

Jake, Dean, Alyssa en Vera van Basisschool Tamarinde vinden het huis in Amsterdam- Noord waar Marian Schaap woont, echt een gezellig ‘oma-huis.’ Er hangen allemaal zwart-wit foto’s aan de muur en mevrouw heeft heerlijke brownies gebakken. Mevrouw Schaap is in maart 1944 geboren, dus van de oorlog herinnert ze zich natuurlijk niks. Ze heeft een Joodse pleegzus die vorig jaar 80 jaar geworden is en daar gaat haar verhaal over.

Hoe is uw zus bij uw ouders terechtgekomen?
‘Mijn zus is in een Joodse buurt in Amsterdam geboren. Haar ouders kregen in juni 1943 een oproep dat ze zich moesten klaarmaken omdat ze naar een kamp moesten. Voordat ze werden opgehaald heeft haar moeder mijn zus in een dekentje gewikkeld met het trouwboekje en één foto erbij. Zo hebben ze haar naar de buren gebracht, dat vind ik wel heel dapper. De buren hadden contact met het verzet. Mijn ouders hadden via de kerk laten weten dat ze wel een onderduiker in huis wilden nemen, wat ik ook heel knap van ze vind. Dus zo is mijn zusje als baby’tje van tien maanden als eerste kindje bij mijn ouders in Zaandam terechtgekomen. Mijn moeder was toen net zwanger van mij. We schelen maar anderhalf jaar. Haar ouders zijn via Kamp Westerbork naar Sobibor gestuurd. Daar zijn ze vrijwel direct vermoord in de gaskamers. Haar moeder heeft nog wel een briefje uit de trein gegooid. Dat is via het Rode Kruis bij mij ouders beland. In het briefje stond dat ze ‘het liefste wat ze had.. niet bij zich had’. Daar bedoelde ze natuurlijk mijn zusje mee.’

Wat voor werk deed uw vader?
‘Mijn vader werkte bij de Fokkerfabriek in Amsterdam-Noord. Die was overgenomen door de Duitsers. Er waren wel eens mensen die vroegen: ‘waarom ga je nou daar nog werken voor de Duitsers?’ Maar vader had een kantoorbaan daar en dan zag hij wel eens een lijst voorbijkomen waarop stond welke werknemers naar Duitsland zouden worden gestuurd om als dwangarbeider te gaan werken. Dan lichtte mijn vader die mannen in: ‘denk erom, je staat op die lijst dus als het even kan, duik onder.’ Dat vond ik ook dapper van hem, want hij had ook verraden kunnen worden natuurlijk.’

 Is hij ook verraden?
‘Nee, want anders had ik hier misschien niet gezeten. Mijn ouders dachten daar wel over na. Toen mijn zus een paar maanden bij mijn ouders was, hebben ze een foto van haar laten maken. Want stel dat haar vader en moeder pas over een paar jaar weer terug zouden komen, dan zouden ze haar via die foto kunnen herkennen. Dat vond ik wel slim van ze.’

Hoe bent u er achter gekomen dat uw zus niet uw echte zus was?
Als kind wist ik niet beter dan dat mijn zus gewoon mijn zus was. Toen ik een jaar of twaalf was, zag ik een papier op tafel liggen met de naam van mijn zus erop, maar met een andere achternaam. Ik schrok en ben vragen gaan stellen aan mijn moeder en zij vertelde in stukjes uiteindelijk het hele verhaal. Het was te veel om in één keer te vertellen. Ik vond het onvoorstelbaar dat haar ouders niet meer terug zouden komen om haar weer op te halen. Ik kon het maar niet begrijpen dat mensen zomaar werden weggehaald en vermoord. Dat baby’tjes werden weggeven. Ik bleef maar vragen stellen en wilde alles weten, waarschijnlijk werd mijn moeder daar ook wel een beetje gek van.’

 

 

 

 

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892