‘Als je na de avondklok buitenkwam, werd er op je geschoten’


Geet, Tahyr, Ryan en Yecina vertellen het verhaal van Janneke Roos
IndonesiëAmsterdam-Zuidoost

Janneke Roos (1946) is geboren in Indonesië en moest als tiener noodgedwongen naar Nederland. Later heeft ze in 36 verschillende landen gewerkt en gewoond. Sinds zeven jaar woont ze weer in Nederland, om de hoek bij OBS Wereldwijs. Hier in Zuidoost voelt ze zich thuis dankzij alle verschillende culturen die het stadsdeel rijk is. Geet, Tahyr, Ryan en Yecina vragen haar hoe het was om als klein meisje in Nederland aan te komen.

Hoe was het in Indonesië in de oorlog?
‘Toen de Japanners in eerste instantie het land bezetten, werden ze heel enthousiast ontvangen door de Indonesische bevolking. Er werd de mensen vrijheid beloofd. Ze waren het koloniale bewind van de Nederlanders zat. Helaas kwam die vrijheid niet. Er zijn wel twee miljoen Indonesiërs omgekomen tijdens de oorlog. Daar wordt niet over gesproken, want het gaat altijd over de Nederlanders. Mijn ouders zaten die periode in Japanse interneringskampen. Ze hadden net daarvoor een kind gekregen, mijn zusje, dat vrij snel is overleden. Misschien ook maar beter, want die kampen waren zo verschrikkelijk dat veel kinderen er trauma’s aan overhielden. Mijn ouders zaten drie jaar lang op twee kilometer van elkaar in verschillende kampen op een plantage middenin de jungle. Ze communiceerden met elkaar via de vuilnisbelt, want die was gemeenschappelijk. Ze lieten hele kleine briefjes voor elkaar achter op een afgesproken plek en op die manier hielden ze elkaar op de hoogte, of ze nog in leven waren.’

Hoe was het na de oorlog?
‘Na de oorlog was er een gespannen sfeer. Er waren allemaal verschillende groepen in Indonesië: moslims, communisten en nationalisten. Onderling was er veel strijd. Tot 1949 werkten al die groepen samen tegen de Nederlanders, maar toen de Nederlanders weg waren, gingen ze elkaar bevechten. Iedereen wilde de macht. Dat is een nare erfenis van het kolonialisme. Hierdoor was het ook de periode daarna altijd onrustig. Er was een avondklok. Mensen klagen nu over de avondklok, maar ik ben niet anders gewend in mijn jeugd. En daar kreeg je niet een bekeuring als je toch buiten was, dan werd er meteen op je geschoten. Ik mocht ook nooit op straat spelen. We konden ontvoerd worden. Maar mijn zus en ik deden dat toch stiekem.
Ik zat op een heel klein Nederlands schooltje. Er zaten vooral Indonesische en Chinese kinderen op, want Nederlandse kinderen waren er bijna niet meer. We kregen wel les in het Nederlands. De hele topografie was van Nederland. Ik kende alle dorpjes in Friesland, maar het zei me niks. De topografie van Indonesië zelf, daar wist ik niks vanaf. We kregen wel twee uur per week Bahasa Indonesia, Indonesische taal.’

Hoe was het om naar Nederland te komen?
‘Na 1957 werd de situatie zo slecht dat alle Nederlanders weg moesten uit Indonesië. Er kwam een hele grote vluchtelingenstroom op gang naar Nederland. We waren hier nog nooit geweest en voelden ons geen Nederlander, maar we moesten opeens Nederlander worden, Nederlands eten, ons Nederlands gedragen, Nederlands spreken enzovoort. We werden hier niet goed ontvangen. Heel veel mensen die nu als vluchteling komen, worden ook niet altijd goed behandeld. Dat gold in die tijd ook voor de mensen die uit Suriname, de Antillen of Indonesië kwamen. Alles wat niet blond was en blauwe ogen had, was anders. Wij gingen wonen in het oosten van het land, bij Arnhem in de buurt, en daar waren we de eerste die uit Indië kwamen. We werden gediscrimineerd, want we zagen er anders uit en we gedroegen ons anders. Mijn broertje werd een keer gevraagd of zijn huid afgeeft. We vonden de mensen onaardig en niet gastvrij. Bij ons Indische Nederlanders is het normaal dat mensen blijven eten als ze op bezoek zijn, maar bij de Hollanders word je weggestuurd als het etenstijd is. En het eten zelf was ook anders. Nu zijn we gewend dat je producten van over de hele wereld gewoon in de supermarkt kan kopen, maar toen kon dat nog niet altijd. Wij vonden er niks aan, die aardappels.’

 

 

 

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892