‘Als je gepakt werd kreeg je op je donder en moest je je hengel, dat armzalige ding, afstaan. ’


Diego (12), Shad (12)/nen Allegresse (11) vertellen het verhaal van Cees en Luke Menzel
Juliana van Stolberglaan 277


Cees Menzel is geboren in Rotterdam. Hij verhuist met zijn familie in 1942 naar Den Haag. Hij vertelt over de trucjes die hij en zijn vrienden hebben bedacht om aan eten te komen tijdens de hongerwinter.
Luke Menzel is in 1944 geboren. Haar huis in het Bezuidenhout is gebombardeerd, maar de familie overleeft.

Waar woonde u tijdens de oorlog?
Luke Menzel: Ik ben geboren in 1944 in het Bezuidenhout. Ons huis is gebombardeerd, er bleef niks van over. Tijdens het bombardement stond iedereen op het toilet, onder een trap, want daar was nog enige bescherming. Ze zeggen dat er zeventien man in het toilet stond. Iedereen heeft het overleefd. Toen het bombardement was afgelopen, zijn mijn vader en moeder met mijn twee zussen naar Voorburg gevlucht, naar een broer van mijn vader. Vervolgens is mijn vader weer teruggegaan om te redden wat er te redden viel. Maar alles van waarde was gestolen. Het is ongelooflijk, maar je hebt niets.

Hoe waren de laatste twee, drie maanden van de oorlog voor u?
Cees Menzel: Wij gingen met wat jongens die hier in de straat woonden richting Haagse Bos. Daar gingen we beukennootjes zoeken. Het waren er nooit veel, maar toch wat. We gingen ook wel naar slootjes om te kijken of we vis konden vangen met een geïmproviseerde hengel, een stok met een draadje eraan. Het waren geen mooie hengels. Dan probeerden we vissen te vangen. Dat lukte natuurlijk zelden en er liepen NSB’ers rond die vonden dat het niet mocht. Als je gepakt werd kreeg je op je donder en moest je je hengel, dat armzalige ding, afstaan. Dat heb ik gelukkig nooit gehad, maar andere jongens hebben dat wel meegemaakt. Later besloten we het anders doen: we zetten een wacht, twee lui gingen vissen en een paar anderen stonden verderop. Die floten als er gevaar dreigde. Dat betekende dat er een NSB’er aankwam. Dan lieten we de hengel in het water vallen, we wisten precies waar, want we hadden er een stokje gezet en daarna gingen we weer vissen.

Hoe was het om voedselpakketten te ontvangen?
Cees Menzel: Dat was heel prettig om mee te maken. Die blikken droge kaakjes, dat was wel de moeite waard als je lang niets gegeten had. Je moest niet te veel eten, want je maag kon dat niet meer hebben. Je was daar niet meer aan gewend. Met de bevrijding kwamen de Canadezen met hun legertoestellen, hun vrachtwagens en kanonnen. Dat waren hele vrolijke jongens, ze hadden gewonnen. Die lui hadden van alles bij zich. De volwassenen kregen sigaretten en wij kregen vaak chocola. Chocola kon je maag nog niet niet hebben. Je at het op en dan ging je spugen. Langzamerhand wende dat wel. Ik heb toen ook een sigaret opgestoken, maar na een halve voelde ik me al niet meer lekker. Daarna heb ik nooit meer gerookt.

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892