‘Als ik terugdenk aan de oorlog, dan denk ik aan rolschaatsen.’


Ole (11), Mees (11) en Pippi (12) vertellen het verhaal van Hak de Groot - Zorn was 3 jaar toen de oorlog begon
Kwartellaan 33Scheveningen

Hak Zorn is nog maar drie jaar als de oorlog begint. Ze heeft de oorlog daardoor anders meegemaakt dan haar familieleden. In tegenstelling tot haar oudere zus Jannie, is Hak nooit bang geweest. Ze is te klein om bewust te zijn van de oorlog en had er daardoor ook geen ongemak van. Haar vader is te oud en haar broer te jong voor dienstplicht, zodat ze hen niet hoeft te missen. ‘Als ik terugdenk aan de oorlog, dan denk ik aan rolschaatsen’.

Hoe heeft u de oorlog ervaren?
Blij, vrolijk, niks aan de hand. Als ik naar bijles liep en het luchtalarm ging af, ging ik in een greppel liggen totdat het voorbij was en dan liep ik weer door. Ik was ook te jong, er werd mij niks verteld door mijn ouders. Na de evacuatie woonden wij op de Laan van Meerdervoort. Op een nacht was mijn vader weg, op hongerstocht om eten te halen en ik sliep bij mijn moeder in bed. ’s Nachts werd ik wakker en ik moest heel nodig plassen. Ik liep de kamer uit en naast de ingang stond een man doodstil met hele grote blauwe ogen. Ik schrok me rot en ben keihard teruggerend naar mijn moeder. ‘Mama, mama er staat een man in huis!’ Maar hij was ondergedoken en niemand mocht weten dat hij daar was. Daarom heeft mijn moeder de hele oorlog ontkend dat die man daar stond. Ze zei dat ik het gedroomd had, want ze was als de dood dat ik als klein kind het per ongeluk zou doorvertellen en dat de Duitsers erachter zouden komen.

Denkt u nog vaak terug aan wat er in de Tweede Wereldoorlog gebeurde?
Ik denk er nog regelmatig aan terug. Als ik een lucifer gebruik dan laat ik hem liggen want dan kan ik er nog een kaarsje mee aansteken. Mijn moeder brandde vaak bijna haar vingers aan het laatste restje lucifer. Want we waren heel zuinig, niks mocht zomaar weggegooid worden. Er was toen niks, dus moest je leren om met niks toch in leven te blijven. Je bent veel inventiever, je maakt van niets iets. Zo deed mijn moeder ook een beetje zaagsel bij de meel, om het een beetje body te geven. Op zo’n manier denk ik terug aan de oorlog. Ik vind het nog steeds heel zonde als mensen eten weggooien, dan denk ik, daar kan ik nog een prakje van maken!

Wat voelde u tijdens de bevrijding?
Heerlijk! Zonneschijn en wittebrood en boter. Op de Laan van Meerdervoort ging iedereen naar buiten om hun verduisteringsgordijnen te verbranden. Op dat moment kwamen er Duitsers aan. Ze waren zo gefrustreerd dat ze verloren hadden, dat ze als een gek in het rond begonnen te schieten. Op 5 mei was de bevrijding, maar toch vielen er die dag nog doden.
De Duitse taal hadden we een hekel aan, we haatten alles wat Duits was. De haat was zo groot, dat als ze in de zee gingen zwemmen en eentje verdronk door de sterke stroming die zij niet verwachtten, dan waren we blij. ‘Yes, weer een Duitser minder’. Zo zeiden we dat.

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892