‘Als ik de naam van mijn familie zie, wil ik alleen zijn’


Roemer, Asya, Seyda en Zaan vertellen het verhaal van Yvonne van der Zwaard
Reinier Claeszenstraat 39Amsterdam-West

Roemer, Asya, Seyda en Zaan interviewen Yvonne van der Zwaard. Aysa vertelt haar dat zijn vader ook is gevlucht. In Iran was hij een vrijheidsstrijder en via Turkije kwam hij naar Nederland. Oorlog is niet leuk, maar gelukkig heeft Yvonne wel goede herinneringen aan het buiten spelen op straat toen de scholen dicht gingen in de oorlog, die zij meemaakte als kind van een Duitse moeder en Joodse vader.

Hoe oud was u toen de oorlog begon?
‘Ik was twee jaar toen de oorlog in Nederland begon en zeven toen de oorlog voorbij was. Mijn moeder was een katholieke, van Duitse afkomst. MIjn vader was Joods. Hij werkte bij modezaak Gerzon. Hij reisde door Europa en kocht stoffen in waar kleding van werd gemaakt. Tijdens een van zijn reizen had hij mijn moeder ontmoet. Ze zijn in 1930 getrouwd. De Joodse kant van mijn familie heeft de oorlog niet overleefd. Na de oorlog heeft mijn moeder met haar hele familie gebroken. Daar zaten aanhangers van de nazi’s bij. Na de oorlog werd er nooit meer over de oorlog gesproken, niet door mijn moeder en niet op school. Ook later toen er in Indonesië gevochten werd, werd er gezwegen. Alsof het niet was gebeurd.’

Moest uw vader onderduiken?
‘Omdat mijn vader gemengd gehuwd was, dus met een niet-Joodse vrouw, had hij lange tijd vrijstelling en werd hij niet gedeporteerd. Zijn hele familie is in 1943 opgepakt. Via Westerbork kwamen ze in concentratiekampen terecht, waar ze zijn vermoord. Thuis hadden we soms voor korte tijd Joodse onderduikers bij ons wonen. Wij waren een zogenoemd doorgangshuis, waarvandaan mensen snel naar een volgend adres gingen. In de schutting van de tuin had mijn vader een deur gemaakt naar de tuin van de buren. Als er s nachts bij ons werd gecontroleerd op onderduikers, konden ze zo ontsnappen. Dat was spannend en als kind begreep ik het niet precies. Je wist wel dat je niet mocht vertellen dat we mensen in huis hadden. Dat was heel angstig. Twee huizen verder woonde een Duitse man en die had alles gezien. Hij heeft mijn vader verraden. Daar kreeg hij 7,50 gulden voor. Ik weet niet of hij het voor het geld deed. We waren voor de oorlog goede buren, die wat spraken over de tuin en koetjes en kalfjes met elkaar. In het Duits ook. Treurig dat die man mijn vader heeft verraden.’

Wat gebeurde er toen met uw vader?
‘Hij moest eerst werken op Schiphol, daarna ging hij naar Westerbork. Ik heb nog een brief van hem, die hij onderweg naar Westerbork uit de trein heeft gegooid. Er stond op Gelieve te posten. Dat is gelukt. Hij schreef:Lieve vrouw en kinderen, heb goede moed, we zijn op weg naar Westerbork, we weten niet of we doorgezonden worden, zorg voor de kinderen, dag, Jacob.’ Daarna is hij naar Auschwitz gebracht en daarna weer met een soort veewagen dagenlang naar Noordoost-Duitsland. Daar heeft hij een half jaar gewerkt. In 1945 bevrijdden de Russen Europa, ook de werkkampen. De gevangenen werden lopend door de kou, met veel te weinig kleding aan, door de Duitsers op een dodenmars gestuurd. Onderweg is mijn vader overleden. Dat wisten we na de oorlog niet meteen. We kregen geen overlijdensbericht. Het was in die tijd heel moeilijk voor mijn moeder. We waren eenzaam zonder familie en mijn moeder sprak dus met een Duits accent.’

Heeft u na de oorlog ook monumenten bezocht?
‘Ik ben in Westerbork geweest. Toen ik in de boeken de naam van mijn vader zag staan, barstte ik in huilen uit. In het Amsterdam Museum heb ik de kleinzoon ontmoet van de man die met mijn vader samen op Schiphol had gewerkt en met hem was in Westerbork en Auschwitz. Ik ben in Israël ook geweest, in Yad Vashem, een groot monument waar iedereen wordt herdacht. Er is een grote hal, helemaal zwart met lichtjes en als je er doorheen loopt gaan er lichtjes aan bij het noemen van een naam van een vermoord kind. Duizenden lichtjes voor kinderen uit alle landen. In Praag ben ik ook geweest bij een groot monument. Ik ben nog niet bij het Namenmonument in onze stad geweest. Het was me tot nu toe te toeristisch. Als ik de naam van mijn familie zie, wil ik alleen zijn.’

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892