‘Als het luchtalarm ging, openden mensen gewoon de deur voor je’


Mila, Jordan, Nika en Cas vertellen het verhaal van Wil Dorrestein
Landstraat 2, Alkmaar

Het is een prachtige dag als Mila, Jordan, Nika en Cas naar Wil Dorrestein lopen. De leerlingen van de Kennemerpoort in Alkmaar rennen vrolijk naar boven. Na drie trappen roept mevrouw Dorrestein ze terug: ‘Hier is het!’ Ze komen binnen in een ruim en licht appartement. Haar dochter is er ook en biedt iedereen wat te drinken aan.

Hoe woonde u in de oorlog?
‘Ik woonde in de Landsstraat 2 met twee broers en mijn ouders. We hadden een fiets in de kamer staan zodat we licht konden maken want we hadden geen elektriciteit meer. Door te trappen maakte mijn broer licht, maar je moest wel blijven trappen… We hadden een houtkachel, een soort haard, waarmee we ons warm hielden.

Mijn vader werkte in de gasfabriek waar ze kolen maakten en kon dus makkelijk aan kolen komen. Hij nam wel eens een zakje mee. Dat mocht natuurlijk eigenlijk niet. Maar omdat hij telkens stiekem zakjes kolen meebracht, hadden wij het een beetje warm tijdens de strenge winter van 1944. We hadden ook een klein kacheltje in de schuur, dat we ‘de vuurduvel’ noemden. Daarop warmden we het eten op. Ook hadden we een radio, waarmee we stiekem naar radio Oranje vanuit Engeland luisterde.

Vlakbij ons was een barakkenkamp neergezet waarin eerst de Nederlandse soldaten verbleven en later de Duitsers. Dat waren een soort opgezette bunkers waar je binnen kon komen via een poort.’

Wat deed u in de oorlog?
‘Ik speelde buiten en ging natuurlijk ook naar school. Maar dat was maar een paar uurtjes want je moest de school delen met andere klassen, dus na ons kwam er weer een andere klas. Na school knikkerden we, gingen we touwtje springen en als het sneeuwde speelden we heerlijk in de sneeuw.

Oh ja, en ik heb in de oorlog fietsen geleerd van mijn buurmeisje, op een fiets met houten banden. Er waren toen geen fietsen met luchtbanden meer. Iedere avond oefende ik.’

Wat deed u tijdens een luchtalarm?
‘Soms liep ik op straat en ging ineens het luchtalarm af. Dat was heel eng. Je moest zorgen dat je jezelf in veiligheid bracht. Mensen deden gelukkig hun deur voor je open en zeiden ‘kom maar binnen!’ Soms hoorde ik bommen vallen. Ik herinner me een bom die viel op de Oude Gracht, hier vlakbij. ‘s Nachts kwamen de vliegtuigen uit Engeland vandaan en dan lieten ze hun bommen los, af en toe werd er een vliegtuig neergeschoten. Ik lag dan in mijn bed en kon niet slapen van alle lichten van die vliegtuigen en de herrie van die motoren en het gezoem, zoem zoemmm…’

Hoe was de Hongerwinter?
‘Wij hadden genoeg te eten, maar het was niet altijd lekker. We aten suikerbieten en vissoep. In de Vondelstraat werden twee keer week potten met eten neergezet. Met een strippenkaart met bonnen en een pannetje kon je dan eten halen. Soms at ik ook iets lekkers. In een schuurtje was een klein fabriekje waar van suikerbieten stroop werd gemaakt. Daar ging ik dan heen met een pot om stroop te halen, heerlijk!

Er waren ook mensen die uit Amsterdam en Den Haag kwamen lopen met een handkar om eten hier in de buurt te zoeken, zoals bijvoorbeeld graan om brood van te maken. Ik herinner me twee jongens uit Den Haag die mijn broer had gevonden op straat; hij nam ze mee naar ons huis en wij gaven ze te eten. Daarna gingen ze door naar de Schermer naar het boerenland, want daar was eten en melk. Later hoorde ik dat een van hen op de terugweg naar Den Haag was opgepakt en dat al hun eten en melk in beslag was genomen. Dat gebeurde regelmatig, vreselijk.’

Hoe was de Bevrijding voor u?
‘Dat was een feest. Op mijn tiende verjaardag stonden we hier op de Straatweg en kwamen ze vanaf Heiloo met grote tanks de stad inrijden. Je mocht ook op de tanks zitten. Ik weet nog dat ik een speciaal oranje rokje aan had. Er waren die week voedseldroppings in Bergen, waarbij allemaal eten naar beneden werd gegooid. Dat werd dan verdeeld over winkels waar je dan weer eten kon halen; muesli, eierpoeder, melk, witte brood; alles smaakte naar gebakjes, zo lekker.’

 

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892