‘Als het alarm af ging vluchtte ze naar het Noorderpark’


Aya, Dunya, Djeynoah vertellen het verhaal van Hans Notmeijer
SneeuwbalstraatAmsterdam-Noord

Aya, Dunya en Djeynoah van de Zeven Zeeën in Amsterdam-Noord rennen naar het hek van het schoolplein om Hans Notmeijer te ontvangen. Meneer Notmeijer is lang schoolmeester geweest en dat kun je merken aan hoe mooi hij vertelt. Hij heeft een koffertje mee, dat de kinderen halverwege het interview mogen openen. Het bevat echte spullen uit de oorlog, bewaard door zijn oma: haar persoonsbewijs, bonkaarten, kranten, een geheime spotprent over Hitler, Duitse muntjes… en gebruikte kogels en helmen. De leerlingen springen enthousiast op en neer als ze alles mogen bekijken, vasthouden en zelfs bonkaarten en kogels mee mogen nemen om zelf te bewaren.

Moesten uw ouders onderduiken? 
‘Nee, dat was niet nodig. Ze waren niet Joods, maar christelijk, en hoefden niet te werken in Duitse fabrieken want daar waren ze te jong voor. Mijn vader was net zo oud als jullie toen de oorlog begon. Hij heeft in die tijd weinig op school gezeten, want de scholen gingen dicht. Dat vond hij eigenlijk heel erg. Mijn moeder was vijf jaar toen de oorlog begon, dus in het begin heeft ze dat niet meegemaakt. Maar toen ze zo oud was als jullie moest ze om eten bedelen buiten de stad. Ik weet ook dat mijn moeder elke keer als het alarm af ging, en ze bang waren dat er bommen gingen vallen, naar het Noorderpark vluchtte en daar achter het heuveltje ging liggen tot het weer veilig was. Dat was een beetje haar manier van onderduiken.’

Vond u het eng toen uw ouders vertelden over de oorlog? 
‘Nee, niet eng. Maar ik was wel heel blij dat ik het niet meegemaakt had. Mijn moeder kon er best wel verdrietig van worden, want zij zat op school net als jullie en had een hoop Joodse vriendinnetjes. En de een na de ander verdween. Ze werden naar concentratiekampen gebracht of zaten ondergedoken. Mijn moeder raakte op die manier al haar vriendinnetjes kwijt. Dat vond ik wel heel zielig. Als een van je vriendinnen opeens niet meer op school komt en je weet niet wat er gebeurd is, dat zijn hele nare dingen.’

Hoe was de oorlog voor uw grootouders?
‘Mijn oma wist heel veel over de oorlog. Mijn opa werkte veel met hout en was stratenmaker. En toen in Amsterdam-Noord drie bombardementen waren, is er een bom gevallen op een kerk, vlak bij de IJtunnel. Daarna moest mijn opa met een aantal mensen die kerk leeghalen, met alle kinderen en volwassenen die daar overleden waren. Die moest hij uit de kerk halen. Mijn oma heeft toen gedacht: wat hier gebeurt, in Nederland, dat mag niemand meer vergeten. Het moet zo zijn dat iedereen over honderd jaar nog weet dat er oorlog is geweest. Zij besloot daarom om allemaal dingen die ze kreeg en die met de oorlog te maken hebben, te bewaren. En om die spullen te geven aan iemand die ze wilde doorgeven en op die manier ook de oorlog zichtbaar kon maken. Dat was ik. Op de dag dat ik mijn diploma had als schoolmeester, fietste ik naar mijn oma. Zij zei: nu jij meester bent, moet jij mijn verhaal vertellen. Toen kreeg ik dit koffertje. Maak maar open.’ 

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892