‘Als hele angstige kinderen zaten we maar te wachten wat er ging gebeuren’


Mika, Diago en Lyfke vertellen het verhaal van Jan van der Linden
OostzaanAmsterdam-Noord

Mika, Diago en Lyfke van Montessorischool Azalea gaan onderweg naar Oostzaan nog even langs het huis waar Jan van de Linden woonde tijdens de tweede wereldoorlog. Het blijkt om de hoek van school te zijn. Ze worden bij hem thuis warm ontvangen met chocolademelk en paaseitjes.

Wat kunt u zich van het begin van de oorlog herinneren?
Eigenlijk is de oorlog voor mij begonnen, voordat ‘ie werkelijk begonnen was. Door de dreiging mobiliseerde de Nederlandse regering alle soldaten die eerder soldaat waren geweest. En mijn vader was dat. Hij werd dus opgeroepen en moest met zijn groep in Velsen wonen. Ik herinner mij nog hoe ik met mijn moeder in het weekend op bezoek ging bij mijn vader. Ik vond het spannend. Met de bus en de trein en dan langs de kades met al die vissersboten. Ik vond het eigenlijk wel een avontuur. Op 15 mei was ik er weer met mijn moeder. Ik herinner mij dat ik op een heuveltje stond en van daaruit zag ik een hele stoet Duitse legerauto’s aan komen rijden. En daar stapten Duitse legerofficieren uit. Ik kon het natuurlijk niet echt begrijpen als 3-jarige, maar dat is hoe ik voor het eerst zag dat de oorlog begonnen was.’

Op welke school zat u?’
‘Ik zat op de Dr. A. Kuypersschool om de hoek van het Mosveld. Op een zaterdagmorgen, toen mijn moeder mij aan het oppoetsen was voor school, begon het huis te schudden.  Toen was het bombardement op Noord begonnen. Er werden vier klaslokalen, waaronder het mijne, van onze school geraakt. Toen zijn wij ondergebracht op jullie school in de Azaleastraat. Ik kan me nog herinneren hoe wij bij een later bombardement met alle kinderen tegen de muur aan gingen zitten, ver weg van de ramen. Alles schudde en de ramen trilden gevaarlijk. Mijn juf deed ze open om te voorkomen dat ze sprongen. Als hele angstige kinderen zaten we maar te wachten wat er ging gebeuren. Geen prettige tijd.’

 Wat merkte u van de Jodenvervolging?
‘Mijn oma woonde op de Schippersgracht vlakbij Nemo. Op een dag in 1943 was ik bij mijn oma samen met mijn tantes. Die stonden door het raam te kijken en noemden een aantal namen van Joodse mensen die langsliepen onder begeleiding van de Duitsers. Mijn oma ging uit nieuwsgierigheid naar beneden, terwijl mijn tantes riepen: ‘doe het niet’. Ze deed de deur open en toen kwamen Duitse soldaten ook bij ons naar binnen om het huis te doorzoeken of er geen Joodse mensen verstopt waren. Van al die mensen die er toen langs het raam waren gelopen, kwam er geen één meer terug na de oorlog. Dat vind ik nog steeds heel heftig.

Wat herinnert u zich verder nog van de oorlog?
‘Later in de oorlog vlogen veel Engelse bommenwerpers over Amsterdam naar Duitslands om daar bommen te gooien. Dan kwamen er s ’nachts honderden vliegtuigen overvliegen zonder lichten maar je hoorde ze wel. Een enorm gebrom. In de stad moest s ‘nachts alles helemaal donker zijn zodat de bommenwerpers niet konden zien waar de steden lagen. En de Duitsers probeerden dan met zoeklichten de hemel af te speuren om de vliegtuigen te spotten en met afweergeschut uit de lucht te schieten. De hele stad was verduisterd dus het zag er heel spannend uit. De dag erna gingen kinderen allemaal granaatscherven zoeken; een soort hobby in de oorlog. Je hoorde vaak de granaatscherven ook over de dakpannen rollen; ik kan me het geluid nog herinneren. Ik herinner mij ook nog een keer dat mijn vader mij s ‘nachts uit bed haalde. Vanuit het slaapkamerraam van mijn ouders zagen we een vliegtuig wat brandende brandstof lekte. En even later was er in de richting van Centraal Station een enorme gloed te zien. Het vliegtuig was neergestort bij de bloemenmarkt. Een andere angstige ervaring was dat mijn vader een keer helemaal overstuur naar huis kwam van een hongertocht tijdens de Hongerwinter – hij fietste helemaal naar de kop van Noord-Holland op zoek naar wat te eten. Op de terugweg werd hij met anderen staande gehouden door Duitse soldaten en gedwongen te kijken hoe die Duitsers Nederlandse gevangen gingen doodden, als straf voor een aanslag op een brug ergens in de buurt van Alkmaar. Ik weet nog dat mijn vader en moeder toen even met z’n tweeën een hele poos in de achterkamer gingen praten.’

Hoe heeft u de bevrijding ervaren?
‘Nou ja, feest overal. In de Aurikelstraat woonde mevrouw Kuyper die organiseerde toen dat de hele straat versierd werd. Ik heb eindeloos vlaggetjes gemaakt en aan een touw gehangen. Die slingers werden toen tussen de huizen gehangen. Iedereen was blij.’

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892