Als er iets te veel van je lichaam te zien was, werd je opgepakt.


Amira, Maria, Joel, Muhammed vertellen het verhaal van Janki Devi
Amsterdam-Noord

Amira, Maria, Joel, Muhammed van De Kinderboom in Amsterdam-Noord interviewen Janki Devi in het Amsterdam-Noord Museum.
Ze is 65 jaar, Hindoestaans  en is geboren in Afghanistan. Toen de Taliban aan de macht kwam werd het te gevaarlijk voor haar en haar gezin en zijn ze gevlucht. Haar ouders zijn zeven jaar na hen gevlucht en zijn in Duitsland terechtgekomen. Inmiddels woont Janki Devi langer in Nederland dan in Afghanistan, waar ze zich thuis en veilig voelt.

Kunt u iets over uw leven vertellen in Afghanistan?
‘Vroeger voor de oorlog, was alles leuk. Ik woonde in een dorp Bakhtyara vlakbij Kabul. Ik had vriendinnetjes uit het dorp. We speelden met zelfgemaakte poppetjes van stof uit de winkel van mijn vader. Toen ik ongeveer 13 jaar was gingen we naar verhuizen naar Kabul. Kabul was een mooie stad.
Ik ben nooit naar school gegaan in Afghanistan. Wij woonden in een dorp, waar vrouwen niet naar school mochten. Ik hielp mee in het huishouden en maakte kleding. In de stad mocht je wel naar school, maar dat was voor de oorlog. Mijn school begon pas in Nederland.
Toen ik 20 jaar was trouwde ik met een jongen die ik niet kende. Mijn familie kende hem wel en had het geregeld. Ik zag hem pas voor het eerst op de bruiloft. Toen de oorlog begon, was niets meer leuk. Vrouwen mochten niet naar buiten zonder hun man en konden niets gezelligs doen. Het was een moeilijke tijd.’

 Hoe vond u het om een burka te dragen?
‘Ik vond het niet leuk. Door de oorlog kwam de Taliban aan de macht in Afghanistan en moesten vrouwen een burka dragen, Je kon alleen door een klein gaatje kijken, waardoor je alleen de ogen zag. Als er iets te veel van je lichaam te zien was, werd je opgepakt. Ze waren heel streng. Helaas gebeurt dat nog steeds. Vrouwen hadden geen rechten meer.
Gelukkig heb ik niet heel vaak een burka gedragen, want de oude president Najibullah zei dat het voor ons Hindoes te gevaarlijk zou worden en raadde ons aan te vluchten.’

Hoe was de reis naar Nederland?
‘We konden niet met het vliegtuig vanuit Afghanistan vertrekken dus moest het op een andere manier. Mijn man vroeg een handelaar om ons te helpen ontsnappen. We vertrokken in de nacht met ons gezin in een vrachtwagen. Ik was toen 24 jaar. We wisten niet precies welke grens we overstaken: was het Iran, Tadzjikistan of Pakistan? We waren niet alleen; er waren ongeveer 55 mensen. We werden allemaal in verschillende vrachtwagens gestopt om niet op te vallen en konden niet naar buiten kijken. We hebben de hele nacht gereden. Ze brachten ons naar een grote hal, waar we konden rusten. Daar konden we wat eten maar het was niet veel. De kinderen kregen eerst en baby’s kregen borstvoeding. We hebben twee of drie dagen honger gehad. Daarna zijn we naar het vliegtuig gebracht en vlogen weg naar een onbekend land.’

Hoe was het na aankomst in Nederland?
‘Toen we in Nederland aankwamen, werden we met de bus naar een opvangcentrum in de Kinkerstraat gebracht. Daar zijn we drie maanden gebleven. In het begin was het heel moeilijk om hier te zijn, andere gewoontes en taal. Maar we dachten: ‘We zijn nu in een veilig land en we bouwen hier aan de toekomst van onze kinderen. Dit is nu ons land.’ Na die drie maanden kregen we een flat in de Bijlmer.’

Wat voor werk bent u gaan doen?
‘Ik wilde altijd al werken in een crèche of met kleding, omdat ik ervaring had met kleding maken. Doordat ik de taalschool had gedaan, kreeg ik de kans om bij een kinderdagverblijf te werken als groepshulp. Twee keer per week maakte ik eten voor de kinderen. Ik was blij met mijn werk, leerde de taal goed en had fijne collega’s en veel contact met de ouders. Ik was trots op wat ik deed, maar uiteindelijk werd het werk te zwaar voor me en verloor ik door de crisis mijn baan.
Nu voel ik mij helemaal Nederlands. Ik ben bijna alles uit mijn leven in Afghanistan vergeten. Ik ben nooit meer teruggegaan, omdat het daar nog steeds te gevaarlijk is. Het is niet veilig voor mij, vooral omdat ik een Afghaanse hindoe ben. Voor mensen zoals wij is het altijd gevaarlijk. Mijn kinderen weten eigenlijk niets over Afghanistan, ze kennen alleen het verhaal van hoe we hier kwamen.’

 

 

 

 

 

 

 

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892