‘Al het eten in de oorlog was grauw’


Lynn, Stefan, Roan en Mirthe vertellen het verhaal van Wout Hol
Bennekom

Vier paar nieuwsgierige oogjes staren Wout Hol al aan als hij zijn auto aan de overkant van de school parkeert. Iedere schooldeur wordt voor hem opengehouden door Stefan terwijl Roan, Mirthe en Lynn hem naar het technieklokaal begeleiden. Zijn jas wordt netjes aangenomen en de koffie ingeschonken. ‘Wilt u ook een koekje?’ vraagt Lynn. En dan vertelt hij de leerlingen van de Van den Brinkschool het verhaal over zijn oorlog, die begon toen hij pas drie weken oud was.

Bent u geëvacueerd?
‘Jazeker. Bij de tweede evacuatie is heel Bennekom leeggeruimd vanwege de Slag om Arnhem. Ook wij moesten ons huis verlaten. Ik heb een gehandicapte zus en daardoor konden wij niet heel ver reizen en ook ik was nog erg klein. We zijn redelijk dichtbij, in Ede, ondergebracht. We mochten op een graanzolder slapen samen met een andere familie uit Wageningen. We sliepen op bedden van stro. Ik herinner mij nog een ochtend heel goed daar op de graanzolder. Het was een zondag en iedereen kwam terug van de kerk behalve mijn vader. De Duitsers hadden hem eruit gepikt. Het was een jonge, sterke kerel waardoor hij perfect was om te werken in een werkkamp. Hij werd naar Mooiland gebracht, maar wist al na een paar dagen te ontsnappen. Bij het afmarcheren is hij de bosjes ingedoken en heeft het op een lopen gezet. Een paar dagen later werden we wakker en lag onze vader gewoon weer in zijn bed te slapen, alsof hij niet was weggeweest.’

Was u heel bang voor de Duitsers?
‘Ik was voor zo ver ik mij kan herinneren niet heel bang, ik was tenslotte maar een klein jochie. Wel wist ik dat je uit de buurt van de soldaten moest blijven. Mijn vader zat hem wel regelmatig te knijpen, hij was natuurlijk uit een kamp ontsnapt en kon ieder moment weer worden teruggestuurd als ze hem ontdekten. Zo stond er op een middag plotseling een Duitse officier met een paard in de kamer. Hij was een rondje aan het rijden toen hij plotseling werd beschoten vanuit de lucht. Hij schoot toen met zijn paard ons erf op en reed zo naar binnen. Mijn vader wist natuurlijk niet hoe snel hij weg moest komen. Hij pakte mij op en rende naar de slaapkamer. Daar hebben we ons verstopt totdat de militair weer weg was. Toen was ik wel bang en mijn vader misschien nog wel erger.’

Kent u mensen die zijn vermoord?
‘Mijn buurman heeft het niet overleefd. Hij had zijn koeien meegenomen naar zijn evacuatieadres, maar die hadden niet genoeg te eten. Hij is daarom teruggegaan naar Bennekom om daar zijn gras te maaien. Bennekom was verboden terrein. Hij is door Duitse soldaten opgepakt en doodgeschoten. Ze lieten hem in de greppel achter. Na de oorlog, tijdens het uitbaggeren van de sloot, hebben ze hem gevonden.’

Heeft u ook een leuke herinnering aan de oorlog?
‘Ik weet nog goed het moment dat we werden bevrijd. Er kwamen rijen en rijen met militaire auto’s en tanks uit Lunteren. Het was een hele lange weg dus het was heel indrukwekkend om naar te kijken. Ik maakte er met mijn vriendjes een sport van om zigzaggend tussen de tanks door te rennen. Er waren heel veel geallieerden die hun tenten opzetten in de omgeving. Er stond een soldaat brood te smeren. Heel veel mooie plakken brood mét boter erop! Hij zag me en ik kreeg toen ook zo’n mooie snee brood waar ik ontzettend blij mee was. Ik rende ermee naar huis en heb het lekker met mijn moeder samen opgepeuzeld. Ik had nog nooit echt brood gehad. Wij hadden in die tijd oorlogsbrood. Ik weet niet precies hoe je dat maakt; het was een beetje grijzig. Al het eten in die tijd was grauw.’

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892