‘Alles went, zelfs oorlog en bombardementen’


Thijs, Ilsu en Casper vertellen het verhaal van Ad van Thoor
Aalsterweg, Eindhoven

Ad van Thoor woonde in de oorlog op de Aalsterweg, tegenover waar nu de Coolblue zit. Zijn moeder had een winkel in rookwaren en zijn vader een schildersbedrijf. Ad was vier toen de oorlog begon. Aan Thijs, Ilsu en Casper van de Floralaanschool vertelt hij over die periode in zijn leven.

Kende u NSB’ers?
‘Naast ons huis zat een autobusbedrijfje en daarnaast een café. Daar woonde een NSB-gezin met twee dochters. De familie heulde met de Duitsers en de twee zussen ook. Na de bevrijding werden ze uit hun huis gehaald en midden op straat kaalgeschoren. Dat heb ik gezien. Ook had ik een oom die NSB’er was. Hij was hoofd van het vliegveld. Soms kwam hij bij ons in de winkel. Dan probeerde hij mijn ouders over te halen lid te worden van de NSB. Dat had mijn vader heel veel opdrachten kunnen opleveren, maar hij sloeg het aanbod resoluut af.’

Hoe was het leven op de Aalsterweg?
‘Ik was een kind en kinderen speelden in de oorlog gewoon op straat. Kinderen hebben de gevaren van de oorlog niet door en raken daar ook enigszins aan gewend. Ik speelde met zelfgemaakt speelgoed zoals knellen, spintollen en repen met een koepel. Van oude kranten en elastieken maakten we een voetbal. Aan het einde van de oorlog kropen we stiekem boven op het balkon en zagen hoe in het stadswandelpark de laatste Duitsers verdreven werden door de Engelsen. De Aalsterweg was een belangrijke hoofdweg. Er marcheerden veel Duitse troepen en er reden geregeld jeeps met mitrailleurs. Hierdoor was de Aalsterweg ook een belangrijk doelwit voor de Engelsen tijdens de bezetting. ’s Avonds moesten we het huis verduisteren van de Duitsers, zodat de Engelse vliegtuigen zich niet konden oriënteren. Net na de bevrijding was de Aalsterweg ook een doelwit tijdens het laatste bombardement van de Duitsers. Hierdoor wilden ze voorkomen dat de Engelse tanks makkelijk door konden stoten naar het noorden.’

Heeft u een bombardement meegemaakt?
‘De Duitsers wilden dus de doorstoot van de Engelse bevrijders stoppen en besloten Eindhoven een dag na de bevrijding, op 19 september 1944, te bombarderen. Ik zat toen, pas acht jaar oud en in mijn pyjama, met zo’n dertig mensen in een schuilkelder. Het was een donkere ruimte met banken en tafeltjes met daarop gaslichtjes. Naast onze schuilkelder viel een bom. Door de explosie ontstond een enorme luchtdruk waardoor alle lichtjes uitgingen. Uit angst renden mensen de kelder uit. Ik was de laatste. Een mevrouw nam mij mee naar de wijk Tivoli en toen het bombardement voorbij was, ging ik terug naar huis. Ik werd uitgelachen omdat ik in m’n pyjama was. Veel huizen waren kapot. Later vernam ik dat vlakbij in een andere schuilkelder, die opgebouwd was met stokken en plaggen, tweeënveertig mensen om het leven waren gekomen. De ingang was geblokkeerd en ze konden er niet meer uit…’

 

 

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892