Erfgoeddrager: Suraya

‘Ik wist niet meer hoe chocolade smaakte’

Meneer Bleijerveld komt naar de school De Singel in Schiedam voor het interview met Lewis, Lars, Suraya en Isabella. Hij woont nu op het Bachplein, maar in de oorlog woonde het gezin op de Vlaardingerdijk. Hij herinnert zich 10 mei 1940 nog goed. ‘Om een uur of vier ‘s morgens werd ik wakker van schoten en het luchtalarm. Nederland was ingenomen.’ Na afloop van het interview zegt meneer Bleijerveld dat het voor hem een eer was om met de kinderen te spreken!

Zat u bij het verzet?
‘Nee, ik geloof niet dat ik dat zou durven. Ik was natuurlijk ook nog heel jong voor verzetsdaden. In Vlaardingen had je de verzetsgroep De Geuzen. Nadat ze werden opgepakt, zijn achttien van hen ter dood veroordeeld. De Duitsers deden dat om een voorbeeld te stellen naar anderen.’

Was u bang?

‘Ja, zeker bij bombardementen, verschrikkelijk. Je wist nooit waar de bommen vielen. Een stukje verder bij ons in de wijk werd een heel huizenblok vernield bij een bombardement. Dat was in de Nicolaas Beetsstraat. Ik zag ook hoe Joodse buren zijn weggevoerd. Er kwam een overvalwagen langs, heel luguber was het. Ik speelde vaak met die buurjongen. Het gezin is weggevoerd, naar verluidt naar Westerbork, en ik heb nooit meer iets van ze gehoord. Onvoorstelbaar ook dat zo lang zo weinig bekend was over het lot van de Joden. De praatjes gingen wel dat ze helemaal niet gingen werken, maar op transport werden gezet naar Auschwitz. Maar je geloofde het niet.’

U bent als kind ook nog Engeland gegaan om aan te sterken. Hoe was dat?
‘Eerst werd ik samen met anderen naar een legerkamp gebracht, om te voorkomen dat we besmettelijke ziektes overbrachten. En na twee maanden kwamen we bij mensen in huis die in Wellington woonden, in het westen van Engeland. Ik vond het geweldig. We werden verwend. De mensen namen ons uit plichtsbesef in huis, en een beetje uit liefde. Ik ging er ook naar school en leerde behoorlijk Engels. We mochten er fietsen, bijvoorbeeld naar het vliegveld waar ik allerlei soorten vliegtuigen en jeeps zag. Na vier maanden ging ik weer naar huis.’

Weet u nog dat de bevrijders kwamen?
‘Ja, natuurlijk! Maar we moesten uitkijken want er liepen nog Duitsers tussen. De bevrijders deelden chocola uit. Ik wist niet meer hoe het smaakte. De oorlog was beklemmend geweest, die onvrijheid. Het enige uitje dat we hadden was met de boot van Rotterdam naar Culemborg. Je mocht niks zeggen, er werd op je gelet. Het was een angstige tijd. Dat gevoel raak je nooit meer kwijt, zeker niet rond gedenkdagen. Daarom is het ook zo belangrijk dat we nu al zo lang geen oorlog hebben.’

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892