Erfgoeddrager: Majid

‘Joodse vriendjes waar ik mee speelde, waren op een dag soms gewoon verdwenen’

Jan Schaake werd geboren aan het Merwedeplein, waar ook de familie Frank woonde. Anne heeft zelfs een keer op hem gepast, maar dat herinnert hij zich niet meer. Jan Schaake was dan ook pas drie toen de oorlog uitbrak. In die periode verhuisde hij met zijn ouders en zusje naar de Kinderdijkstraat en later de IJsselstraat, waar hij op een Katholieke broederschool les kreeg. Aan Sieto, Sime en Majid van de Olympiaschool vertelt hij over de pijn van zijn ouders en de oorlog door kinderogen.

Hoe was het om als kind de oorlog mee te maken?
Omdat ik pas drie jaar was toen de oorlog uitbrak, wist ik niet beter dan dat dit bij het leven hoorde. Zelfs de Hongerwinter vond ik normaal. De gaarkeuken vond ik vooral spannend. Met mijn zusje moest ik daar tijdens die winter weleens eten halen. Met een pannetje liepen we dan over straat. Natuurlijk hadden we honger, maar als kind ervaar je dat toch anders. Ik kan me niet herinneren dat ik daar onder geleden heb. Soms kregen we maar tien bonen per persoon om te eten. Naast dat ik het allemaal vooral heel spannend vond, voelde ik wel het verdriet en de zorgen van mijn ouders.


Waar hadden uw ouders dan verdriet over?
Vooral doordat er Joodse mensen werden weggevoerd. We woonden in Zuid, waar veel Duitse Joodse vluchtelingen hun toevlucht hadden gevonden. Ik weet nog dat er op een zondagmiddag Joodse mensen in onze straat door Duitse soldaten in vrachtwagens werden gestopt en afgevoerd. Als steun in de rug, schoof mijn vader het raam open en zwaaide naar hun. Zo van: we zien jullie hopelijk snel weer terug. Een Duitse officier blafte tegen mijn vader: ‘Wilt U misschien ook mee!’ Mijn moeder trok meteen het raam naar beneden, zodat mijn vader bijna klem kwam te zitten. De meeste mensen durfden zich niet te laten zien tijdens zo’n razzia. Het was heel naar dat veel woningen leeg kwamen te staan. Joodse vriendjes waar ik mee speelde, waren op een dag soms gewoon verdwenen. Toch stond ik als kind daar niet bij stil. Mijn ouders maakten zich natuurlijk wel zorgen. Pas later, na de oorlog, hoorden we wat er echt gebeurd is met al die Joodse buren. Verschrikkelijk.

Wat waren voor u de spannendste momenten?
Heel veel dingen begreep ik niet als kind. Pas later hoorde ik meer, bijvoorbeeld dat mijn vader betrokken was bij het verspreiden van verzetsblaadjes. Hierin werden mensen op de hoogte gehouden over de oorlog. Op een gegeven moment hoorde mijn vader dat de Duitsers een inval bij ons thuis zouden doen. Toen zijn we ondergedoken; mijn vader en ik op een zolderkamertje in de Rubenstraat en mijn moeder met mijn zusje ergens anders. Dat vond ik heel spannend; we sliepen samen in een éénpersoonsbed! En ’s avonds hoorde je schoten op straat. Na twee nachten was de kust weer veilig en gingen we weer naar huis.
Later was er nog een inval en toen waren we wel thuis. Ik weet nog dat mijn ouders hun handen achter hun hoofd moesten houden. Mijn zusje en ik moesten in bed blijven en tussen ons in stonden twee soldaten, die heel aardig voor ons waren. De Duitsers hebben toen het hele huis over hoop gehaald en in onze opbergkist een radio gevonden. Die mocht je niet hebben, omdat je dan naar berichten van het verzet uit Londen kon luisteren. De kist heb ik nog steeds. Wat de Duisters toen niet zagen, is dat de kist een dubbele bodem had. Daar zaten verzetsblaadjes in. Als ze dat ontdekt hadden, had mijn vader echt een probleem gehad. Vanwege de radio moest hij alsnog mee. Hij heeft toen een tijd vastgezeten in de gevangenis aan de Amstelveenseweg. Mijn moeder was doodsbang en heeft er alles aangedaan om hem vrij te krijgen. In die tijd werden gevangen soms door de Duitsers doodgeschoten als vergelding tegen het verzet. Op de Apollolaan is een oorlogsmonument op de plek waar een aantal gevangen als vergelding zijn doodgeschoten. Mijn moeder is daarom een paar keer naar het hoofdkwartier geweest om voor de vrijlating van mijn vader te pleiten. Ik weet nog dat hij op een dag met zijn koffertje kwam aanlopen. Iedereen was enorm opgelucht.

 

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892