Erfgoeddrager: Maite

‘Ik deed hem aan zijn dochtertje denken’

Mevrouw Nuisker herinnert zich van de oorlog vooral het gevoel van angst dat in huis hing. De vrees dat de onderduikers in hun huis ontdekt zouden worden, het idee dat haar vader zou worden gepakt als hij de verzetskrant Trouw rondbracht, en tegelijkertijd ook de angst dat de buren zouden denken dat ze samenwerkten met de Duitsers.

Kwamen de Duitse soldaten weleens bij jullie thuis?
“Tijdens de oorlog mocht je na zonsondergang niet meer naar buiten. Op een avond was ik toch nog aan het spelen in het Coöperatiehof, het enige beetje groen in onze buurt. Een Duitse soldaat zag mij en bracht me thuis. Omdat we twee onderduikers hadden, zorgde dit voor veel spanning bij mijn ouders. Maar die Duitse soldaat merkte er niks van. Hij was ook helemaal niet boos dat ik nog buiten was na zonsondergang. De volgende dag bracht hij ons zelfs een halve fles melk, hij zei dat ik hem aan zijn dochtertje deed denken. Hij heeft ons daarna nog een paar keer eten gebracht, eigenlijk niet fijn omdat mijn ouders bang waren dat de buren zouden denken dat we met de Duitsers ‘heulden’. Gelukkig kwam niemand erachter, want de soldaat bracht het eten steeds ’s avonds.”

Hoe kwamen jullie aan eten tijdens de oorlog?
“In de Tolstraat gingen we naar de gaarkeuken. We kregen daar een ontzettend smerige soort van soep. Pas enkele jaren geleden kwam ik te weten wat er inzat. Ik werkte op de Stadshouderkade, dicht bij de Heinekenfabriek. Toen ik daar rondliep herkende ik die geur van het eten uit de gaarkeuken. Mijn moeder vertelde me dat de soep uit de gaarkeuken gemaakt werd van het afval van de Heinekenfabriek. Het was dus een soort hoppap. Eten kwam soms ook uit onverwachte hoek. Op een dag tijdens de Hongerwinter kwam onze kat binnen met een lap vlees. Die had ze ergens gestolen. Mijn vader heeft die toen voor ons klaargemaakt. De kat mocht altijd ons bord aflikken, zo heeft zij ook de oorlog overleefd.”

Hoe was het om naar school te gaan tijdens de oorlog?
“Ik ging naar school in de IJselstraat. We hadden hele grote klassen en wij zaten met de kleuters in het benedenhuis van de woning naast de school. Ik had echt een hekel aan onze juffrouw. Een keer waren we aan het kleien met van die ouderwetse grijze zeeklei, die zo plakt. Ineens moesten we gaan slapen van de juffrouw, dat betekende dat we onze handen over ons hoofd moesten plaatsen. Al die klei plakte in mijn haar! Dat nam ik haar echt kwalijk. Jaren later begreep ik pas dat het om een bomalarm ging en dat we ons hoofd moesten beschermen. Toch kan ik nu nog steeds geen gehakt of deeg kneden met mijn handen.”

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892