Erfgoeddrager: Kenneth

‘Ik paste me aan met behoud van identiteit’

Irene Gefferie (70) is geboren in Suriname en kwam in 1971 naar Nederland. Arthur, Kenneth en Jassim van het Metis Montessori Lyceum in Amsterdam vragen haar over haar jeugd in Paramaribo, Nederlandse les in Suriname en wennen in een nieuw land.

Wat merkte u van de koloniale samenleving waarin u opgroeide?
‘Mijn moeder werkte als dienstmeisje bij de Hollanders thuis. Ik was de oudste dochter, dus als het even kon nam ze mij mee naar haar werk bij een meneer en mevrouw met een hele grote firma. Ik weet nog dat ik een spiksplinternieuwe fiets van de meneer kreeg. Wat ik zo bijzonder vond, was hun grote diepvrieskist vol met zakken van Iglo en andere merken uit Europa. En ze gaven champagnefeesten, met alleen maar champagne. Ik deed boodschappen voor hen en ging met een grote zwarte taxi langs hele chique restaurants. Het voelde goed dat ze me vertrouwden. In de weekenden mocht ik nanny zijn van hun dochter.
Een keer ging ik bij mijn moeder langs op haar werk. Ik liep door een villawijk waar alleen Hollanders woonden. Er kwam een meisje aan het hek staan, die riep: “Donder op jij zwarte beest!” Wat had ik gedaan? Ik liep alleen maar voorbij. Het was een heel klein meisje. Ik was daar heel verdrietig over en nog steeds, want ik kan het niet geloven dat een kind zulke uitspraken doet over zijn medemens. Ik was dat niet gewend. Dat was een nare ervaring. En dan kom je in Nederland, dan zie je alleen maar Nederlanders en dan komt die ervaring weer terug. Ook in Nederland ben ik geconfronteerd met racisme.’

Hoe vond u het dat u op school les kreeg over Nederland?
‘Ik hield van aardrijkskunde en we moesten alles leren over de hele wereld, maar over Nederland moesten we echt alles weten. Na de watersnoodramp van 1953 moesten we iedere maandag geld – maandagcenten noemden we dat – meenemen als bijdrage voor de wederopbouw. We deden het graag, want er zijn toen veel kinderen doodgegaan. En wij hadden een sterke relatie met Nederland. We kregen ook Nederlandse taalles – je moest keurig Nederlands leren praten en schrijven – en Nederlandse geschiedenis, alleen niet helemaal zoals het zou moeten, vind ik. We moesten bijvoorbeeld alle jaartallen uit ons hoofd kennen. Er waren straatnamen, huizen, bergen en parken genoemd naar Nederlanders. Kortom, wij hebben de gelegenheid gekregen om Nederland te leren kennen, nog voordat we naar Nederland kwamen. Toch leerden we ook over Suriname, hoor. Onder andere over de Tweede Wereldoorlog daar.
Wat ik naar vind is Fort Zeelandia, waar slaven zijn vermoord. Het doet me pijn om daar langs te lopen. Ik maak er altijd een bocht omheen. Ik heb het ook nooit, niet als kind en ook niet als volwassene, bezocht. Ik wil die pijn niet voelen. Ik ben nu zeventig en ik denk niet dat ik er ooit heen zal gaan.’

Hoe lang deed u erover om aan Nederland te wennen?
‘Niet lang. Ik paste me aan met behoud van identiteit. Dat betekent dat ik mijn achtergrond niet ben vergeten. Ik was er in 1971 ook klaar voor om een nieuwe omgeving te leren kennen en dat heb ik met veel plezier gedaan. Samen met nieuwe mensen om mij heen, al wilde ik in de eerste periode vooral met de Surinaamse gemeenschap zijn. Ik had heimwee naar huis. Op een gegeven moment kwam familie uit Suriname langs, kreeg ik pakketjes uit Suriname met lekkernijen en begon ik een netwerk in Nederland op te bouwen. Ik had het ook wel makkelijk, want ik was uitgenodigd om naar Nederland te komen. Ik werd goed opgevangen en dat is als je aankomt in een vreemd land heel belangrijk. En dan spreek je ook nog dezelfde taal! Dat maakt het ook zo makkelijk. Ik was alleen een beetje verdrietig dat ik mijn kindje in Suriname achter moest laten bij mijn dierbare familie.’

 

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892