Erfgoeddrager: Jelke

‘’Joodse vriendinnetjes met wie mijn moeder altijd speelde, waren plotseling verdwenen’’

Hans Notmeijer komt de school binnen met een oude kist. Wat zou daar in zitten? De kinderen mogen eerst hun eigen vragen stellen en dan vertelt Hans Notmeijer over de kist. Op de dag dat hij zijn diploma had gehaald als leraar, fietste hij naar zijn oma om het haar te vertellen. Ze haalde een grote kist te voorschijn en zei: ‘Deze heb ik altijd voor je bewaard. Zodat je aan de kinderen in je klas kan vertellen over de oorlog.’ Later laat hij zien wat er In de doos zit: een dagboek van zijn oma, etensbonnen, een krant uit juni 1943 toen de Ritakerk in Noord werd gebombardeerd, persoonsbewijzen van zijn opa en oma… en nog veel meer.


Hebben uw ouders vrienden of familie verloren in de oorlog?

“Nee, dat niet. Maar mijn oom vocht aan de kant van de geallieerden in de Javazee, en toen de boot waarop hij voer, de Karel Doorman, werd gebombardeerd, heeft hij vijf dagen in zee gedreven voor hij werd gered. Broers van mijn vader hebben ondergedoken gezeten in Friesland en Drenthe omdat ze niet wilden gaan werken in Duitsland, in de fabrieken waar oorlogsmateriaal werd gemaakt. Met de gezinnen waar ze ondergedoken zaten, hebben ze nog lang contact gehouden omdat ze zo dankbaar waren dat ze zich daar mochten verstoppen. Een broer heeft wel in Duitsland moeten werken.”

Wat vonden uw ouders het allerergste aan de oorlog?

“Mijn moeder vond het vreselijk dat er bijna geen eten meer was. Er was altijd honger. Ze moest als klein meisje langs het Noordhollandsch Kanaal lopen met een kinderwagen om eten te vinden. Ze stopte het eten in die wandelwagen, dan viel het niet op en werd het niet afgepakt. Mijn moeder zat vaak binnen omdat het te gevaarlijk was om buiten te spelen. Ook was de school geregeld dicht omdat (Joodse) leraren gevangen werden genomen of omdat de Duitsers lokalen in beslag hadden genomen. Wat ze ook heel erg vond was dat de Joodse vriendinnetjes met wie ze altijd speelde, plotseling waren verdwenen. Ze kwamen nooit meer terug. En ze vertelde dat ze altijd bang was. Als het alarm afging, holde haar moeder met haar broer en zus naar waar nu het Noorderpark is. En dan ging ze op de grond liggen wachten tot de vliegtuigen weg waren. Mijn moeder heeft ook gezien dat mensen werden doodgeschoten. Dat maakte veel indruk, maar ze praatte er liever niet over.”

Hoe was de bevrijding?
“In Amsterdam-Noord was op het Mosveld een bioscoop. Boven de supermarkt, waar nu Genko zit, zat toen Astoria. Daar werd na de oorlog in Noord het bevrijdingsfeest gevierd. Mijn moeder geloofde niet dat Amsterdam bevrijd was. Ze kon zich niet herinneren hoe het voelde om vrij te zijn. In de eerste dagen na de oorlog werd er gefeest, maar er deden zich ook nare dingen voor. Mensen werden gevangengenomen omdat ze aan de kant van de Duitsers hadden gestaan. Buurmeisjes van mijn moeder werden kaal geschoren omdat ze teveel hadden geflirt met Duitse soldaten. Het duurde nog wel een tijdje voordat ze zich weer veilig voelde.”

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892