Erfgoeddrager: Jayliah

‘Een lamp stelen bij Joodse buren’

Toen de oorlog begon was mevrouw Munnik 2 jaar. Halverwege de oorlog werden haar broer en zus bij boerenfamilies ondergebracht. Daar bleven zij tot het einde van de oorlog. Mevrouw Munnik wilde bij haar moeder blijven.

Hoe kwam u in de oorlog aan eten?
‘Per gezin kreeg je voedselbonnen en een bakblik waarmee we ‘s morgens naar de kruidenier op de hoek gingen. Dan werd er een brood voor je gebakken. Er werden ook voedseldroppingen gedaan. Dan kwamen er ’s avonds vliegtuigen over en ging mijn vader het dak op. Iedere keer als hij dat deed, was ik zo bang dat hij van het dak zou vallen. Ik dacht toen: liever geen dropping en honger lijden, dan dat ik mijn vader moet verliezen. Mijn vader ging ook op de fiets naar de boer om iets te ruilen voor eten. Hij was heel handig en kon op één of andere manier aan tabaksbladeren komen. Die droogde hij over waslijnen op zolder en vervolgens ruilde hij ze voor eten. Er waren geen sigaretten en de mensen hadden er best wat voor over. Zo hadden wij iets extra’s. Hij bracht ook tulpenbollen en suikerbieten mee. De bollen werden gekookt, die aten we zo op, van de bieten maakte mijn vader stroop.’

Woonden er veel Joodse mensen in uw buurt?
‘Bij ons in de Rivierenbuurt woonden heel veel Joodse mensen. Wij woonden op een half rond pleintje en op een gegeven moment werd er, aan de overkant in een benedenhuis, een familie weggehaald. En binnen vijf minuten dat die mensen weg waren, kwamen alle buren en die stripten dat hele huis leeg. Alles werd meegenomen. Ik moest ook een lamp voor mijn moeder halen, zo klein als ik was ben ik naar beneden gegaan. Toen ik zag dat mijn buurjongetje die lamp al in zijn handen had heb ik die van hem afgepakt. Als ik er nu over nadenk, is het eigenlijk verschrikkelijk en schandelijk. In die tijd had niemand wat en alles wat je extra had, dat kon je verkopen of ruilen voor eten.’

Hoe heeft u de bevrijding ervaren?
‘Op een gegeven moment kwamen de Amerikanen over de Berlagebrug met hun tanks en iedereen werd helemaal gek, ze renden die kant op. Zo ook mijn ouders maar ik was nog klein en mocht niet verder dan de hoek en heb daar netjes op ze staan wachten. Mijn ouders kwamen niet, want zij waren op die tanks geklommen en mee de stad ingereden. Naar mijn idee heb ik daar uren staan wachten, totdat mijn oma per toeval door het raam keek en mij zag staan. Zij heeft mij thuis naar bed gebracht en pas heel veel later kwamen mijn ouders terug. Dat heeft zo’n indruk op mij gemaakt want ik voelde mij zo verlaten. Ik dacht wat gebeurt er in hemelsnaam allemaal? Het was een gekte. Het zei me ook helemaal niets dat de oorlog voorbij was. Toen ik wat ouder was begreep ik het pas.’

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892