Erfgoeddrager: Javier

‘Hij verraadde zijn eigen familie’

Mevrouw Poederbach was 4 jaar toen de oorlog uitbrak. Ze woonde in de Reitzstraat. Ze was de oudste en nog twee jongere zusjes. Na de oorlog kreeg ze er nog een broertje en zusje bij.

Kunt u zich het begin van de oorlog herinneren?
‘Ik herinner dat de Duitsers Haarlem binnenkwamen. We waren bij mijn opa en oma aan het Julianapark en de tanks reden over het gras voor het huis. Ik mocht van mijn oma niet kijken, maar mijn zusje en ik keken toch stiekem door het raam. Wat ik angstig vond was het geluid van de marcherende laarzen. De soldaten waren altijd met heel veel en zongen ook altijd liederen. Ik was ook bang voor overvliegende vliegtuigen. Als er luchtalarm was moest ik met mijn zusje schuilen in de kelder van de buren. Het was heel donker.’

Kende u ook NSB’ers?
‘De broer van mijn opa was een hele erge NSB’er. Hij heeft zijn eigen familie verraden. Mijn vader met zijn broer moesten onderduiken want ze zaten in het verzet. Ze kregen ook nieuwe namen: Jan en Frits van Dongen. Mijn vader is één keer opgepakt, de knokploeg heeft hem bevrijd. Nooit sprak hij over de oorlog.

Toen mijn vader onderdook, bleef mijn moeder achter met mij en mijn zusjes. Maar zij werd ook verdacht. We zijn naar mijn opa en oma gegaan in Winschoten (Groningen). Daar heb ik de rest van de oorlog gewoond. Dat was een geluk, want we hebben geen honger gehad in de hongerwinter. We hadden ook niet veel, maar de honger zoals hier in Haarlem ging aan mij voorbij. Op een dag kwam mijn vader langs. Om ons zoet te houden mochten we de Statenbijbel bekijken, dat mocht anders nooit. Ze waren natuurlijk bang dat wij op straat riepen: “Pappa is terug!” Aan de overkant woonden NSB’ers dus we moesten oppassen. De volgende dag was mijn vader weer verdwenen.

 Ik weet nog goed dat ik met mijn zusje wandelde, ze was nog klein en lag in de kinderwagen. Een Duitse soldaat liep op ons af en tilde mijn zusje op. Hij huilde. Elke dag kwam de soldaat langs om even mijn zusje vast te houden. Pas later besefte ik dat hij thuis misschien ook wel een kindje had en helemaal geen soldaat wilde zijn.’

Hoe heeft u de bevrijding gevierd?
‘In Haarlem waren er overal straatfeesten. Ik weet het nog zo goed, iedereen danste. Op een gegeven moment danste mijn moeder ook, maar met een andere man. Ik was boos!

Mijn vader had zich aangesloten bij de Canadezen. Hij kwam weken later thuis en had sinaasappels bij zich en een hondje dat Trixie heette. Ik had nog nooit een sinaasappel gezien. Mijn zusje kreeg een sinaasappel van mijn vader, maar ze herkende hem niet.

De broer van mijn opa die bij de NSB zat en landverrader was, kreeg na de oorlog levenslang. Dan heb je echt wel wat gedaan! Toen Juliana koningin werd, kreeg hij gratie. Jaren later heb ik heb nog een keer gezien bij mijn opa en oma in Winschoten. Hij kwam langs met de bijbel onder zijn arm. Dat vond ik zo raar, hoe kun je nou de bijbel lezen en mensen verraden en vermoorden.’

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892