Erfgoeddrager: Jasleen

‘Ik dacht altijd al: wat zijn die koffers zwaar!’

Wij zijn Samra en Jasleen. We interviewden mijnheer Eickholt in zijn huis aan de Amstel. We hadden 51 vragen voorbereid. Op internet hadden we een oude foto van hem als kind gevonden, in de bakkerij van zijn ouders. Hij vertelde hoe bang hij was als klein kind in de oorlog. Hij was vier jaar toen de oorlog begon en groeide samen met een broer en drie zussen op in een katholiek gezin.

Ging u vaak naar de kerk?
“Elke zondag gingen we naar de katholieke mis in de Willibrorduskerk, op de Amsteldijk (nu verzorgingsflat Amsta, red.). In het Latijn waren die missen. Tijdens de mis werd nooit gesproken over de oorlog. Soms was er op zondag een razzia in De Pijp en konden we niet naar de overkant van de Amstel. Ik herinner me nog hoe vreemd stil het dan was op straat. Bij bijna elke boom stond een Duitse soldaat. In hun groene uniformen vielen die soldaten bijna niet op. Ze hielden allemaal een geweer op hun schouder en liepen af en toe een klein stukje op en neer. ‘We doen of we ze niet zien en gaan gewoon naar de kerk,’ zei moeder. Op de brug naar de Amsteldijk stonden heel veel soldaten. De hekken waren gesloten. ‘Halt bitte!’ riep een soldaat. Vader ging met hem praten. Wij stonden bij moeder. Ze hield onze oren dicht. Ik hoopte dat we lekker niet naar de kerk hoefden. De hele wijk was afgesloten. We konden niet naar de overkant.”

Was u bang als kind in de oorlog?
“Ja, heel erg. Als ik met mijn vader over straat liep, dan zei hij als we Duitsers zagen altijd zacht: ‘Rotmoffen.’ Dat vond ik zo eng. Ik was zo bang dat hij gearresteerd zou worden. En toen een keer een Engels vliegtuig werd neergeschoten, zag ik dat vanuit mijn zolderraampje. De explosie, het lichtgeweld. Ik dacht aan de vliegenier die levend verbrandde, rende geel van angst mijn kamertje uit en viel van de trap af.”

Was iemand die u kende betrokken bij het verzet?
“Ik was onbewust koerier van een illegaal krantje. In de Hemonylaan 6 zat een kleermaker waar ik van mijn broer vaak koffers met kleren naartoe moest brengen. Ik dacht altijd al: wat zijn die koffers zwaar! Achteraf bleken die koffers vol te hebben gezeten met illegale krantjes, zoals Het Parool en Vrij Nederland. Die kleermaker verspreidde die illegale kranten.”

 

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892