Erfgoeddrager: Isaiah

‘Uren hebben mijn broer en ik aren staan malen in de koffiemolen’

Hans, Isaiah, Ize en Yinka fietsen in de zon naar het huis van Jaap Staadegard die in een pittoresk straatje in Bergen woont. Hij verwelkomt ze hartelijk en ook zijn zoon en schoondochter zijn er met thee en lekkers. De leerlingen van de Roland Holstschool beginnen het interview bij hem thuis, maar hij wil ook graag op de fiets om de kinderen dingen te laten zien.

Hadden jullie genoeg eten in de oorlog?
‘In 1943 was er geen eten meer, en daarom ging ik geregeld met mijn broers en zussen aren zoeken. Als we thuiskwamen met de aren, ging mijn vader ze dorsen om er korrels van te maken. Die gingen mijn broer en ik dan malen in een koffiemolen zodat we meel hadden om plat brood mee te bakken. Uren hebben mijn broer en ik staan malen.’

Kende u NSB ers?
‘Een zoontje van een NSB’er zat bij mij in de klas. Op een dag hadden vrienden en ik folders gezocht die door Engelsen uit de vliegtuigen werden gegooid met informatie over de oorlog. We deelden ze uit op school.

De zoon van de NSB’er nam ook folders mee naar huis, maar toen hij thuiskwam vroeg zijn vader van wie hij ze had gekregen. ‘Van Jaap en zijn vrienden’ zei hij. Nou, toen kwamen de Duitse soldaten bij ons in de klas om ons op te halen en moesten we naar de Ortzcommandant. Die sprak ons streng toe. We hadden zo n grote angst. Wat zou er met ons gebeuren? Maar wij waren nog kinderen dus wij moesten als straf konijnenstammen zoeken voor zijn konijnen. Dat heb ik vier dagen gedaan.’

Kende u onderduikers?
‘Veel jonge mannen werden opgeroepen om in Duitsland in fabrieken te gaan werken omdat alle Duitse jonge mannen in de oorlog meevochten. Een heleboel Nederlandse mannen wilden dat natuurlijk niet, ook mijn broers niet, en veel van hen doken onder. Mijn broers kenden meerdere onderduikadressen. Als het bericht kwam dat er een razzia kwam, doken zij onder in een kelder van een boerderij in de buurt.’

Heeft u wel eens een vliegtuig zien neerstorten?
‘Ik herinner me dat ik ‘s morgens wakker werd door een hevige klap doordat een vliegtuig naast ons neerstortte. Heel eng was dat. De piloten die de klap overleefd hadden, belden bij ons aan, maar mijn moeder durfde ze niet binnen te laten uit angst dat mijn broers zouden worden opgepakt.

In het weiland stonden ook allemaal palen verbonden met draad en aan sommige hingen granaten. Dat was om parachutisten tegen te houden die naar beneden kwamen. Als zij dat draad raakten, gingen er granaten af.’

Heeft u wel eens iets gevaarlijks meegemaakt?
‘Op een dag was ik met mijn vader aan het werk op het land, een plek waar de tram Bello langsreed. Bello werd regelmatig beschoten en toen we daar bezig waren, begonnen vliegtuigen boven ons ineens te schieten. We doken weg achter de tram Bello om onszelf in veiligheid te brengen.’

Erfgoeddrager: Isaiah

‘Het ergste vond ze dat de oorlog haar jeugd heeft afgenomen’

Isaiah, Seneera en Erki gingen op bezoek bij Anneke Koehof die het oorlogsverhaal vertelde van haar tante Roos. Haar tante woonde in Oost maar werkte in Noord, in de regenjassenfabriek Hollandia Kattenburg. Ze was er ook die dag in november 1942 toen een grote razzia werd gehouden in de fabriek en 367 joodse medewerkers werden opgepakt en afgevoerd naar concentratiekampen. Volgens Anneke is dit een verhaal om nooit te vergeten. Ze laat de kinderen oude foto’s zien van tante Roos en van de Kattenburg fabriek.

Welke razzia’s heeft uw tante meegemaakt?
‘Ze heeft veel mensen afgevoerd zien worden, want in Amsterdam zijn heel veel Joodse mensen opgepakt. In Amsterdam-Oost waar ze woonde, heeft ze mensen zien vluchten over de daken. Maar de ergste razzia die zij heeft meegemaakt, is die in de fabriek Hollandia Kattenburg. In die fabriek werkten Joodse en niet-Joodse mensen. De Joodse mensen werkten voor de Duitsers en dachten daarom veilig te zijn. Op een dag kwamen de Duitsers met grote vrachtwagens en scheidden de Joden van de andere medewerkers. Tante Roos had een Joodse vriendin die blond was en blauwe ogen had. Zij liet die vriendin bij haar staan. Maar de Duitsers hadden lijsten met namen en zo werd ook haar vriendin opgepakt en meegenomen. Tante Roos is na die middag snel naar de families gegaan van de Joodse medewerkers om ze te waarschuwen. Maar ze kwam te laat. De politie was al bezig om ook hen te arresteren.’

Wat was het ergste voor uw tante Roos?
‘Het ergste vond ze dat de oorlog haar jeugd heeft afgenomen. Ze kon niet jong zijn door die verschrikkelijke gebeurtenissen. Ze moest verstandig zijn. Ze was verliefd op een Joodse jongen maar voordat ze echt verkering kregen, werd hij opgepakt. Op een dag rende hij zijn broer achterna die zijn kelnersjasje was vergeten, maar vergat in de haast zijn eigen jas met Davidster aan te doen. Hij werd meteen gearresteerd en op transport gestuurd. Hij heeft de kampen niet overleefd.’

Hoe was het na de oorlog voor uw tante?
‘Na de oorlog is mijn tante chef geworden in de fabriek. Dat kwam omdat al haar Joodse collega’s waren opgepakt. Het was natuurlijk wel fijn dat ze chef kon worden, maar het was geen fijne promotie. Ze heeft veel verdriet gehad en vond het moeilijk om te blijven werken in de fabriek. Maar ze kon niet anders. Ze was allang blij dat ze werk had en dat ze haar eigen brood kon verdienen.’

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892