Erfgoeddrager: Hicham

‘Trouwen in de oorlog’

Wij hebben mevrouw van Dusseldorp geïnterviewd over de Tweede Wereldoorlog. Zij vertelde ons dat ze tijdens de oorlog hier vlakbij haar eerste kusje kreeg, in het Flevopark.

Heeft u honger gehad in de oorlog?
“De eerste twee jaar ging het goed, maar tegen het eind van de oorlog was er niets meer. Er was toen ook nog geen supermarkt zoals de Albert Heijn, je had alleen kleine winkeltjes: een groenteman, een slager en een bakker. Daar kon je dan je bonnen inleveren. Je moest eerst in de rij staan en vaak kwam je voor niks. Ik had een voordeel want ik was in verwachting, met mijn dikke buik mocht ik altijd voor. Wij hoefden ook niet op hongertocht te gaan zoals veel andere mensen. Wij hadden een groentewinkel en daardoor was er altijd wel genoeg eten voor onszelf. Totdat er ook op de markt niks meer aangevoerd werd en we alleen nog knollen en uien konden krijgen. Mijn man heeft eens een keertje een vat zuurkool helemaal van West naar onze winkel gerold. Toen hij aankwam stond er een hele lange rij mensen met pannetjes, potjes en schaaltjes, want we hadden niks om de groentes mee in te pakken. In een paar uur was het vat helemaal leeg verkocht.”

Is een van uw familieleden opgepakt door de Duitsers?
“Een oom van me is weggevoerd, dat was heel tragisch. Op 2 mei werd hij opgepakt om naar Dachau gebracht te worden en op 3 mei was mijn trouwdag. Mijn oom was tegen de Duitsers en had een boek uitgegeven. Hij luisterde naar Radio Oranje en was betrokken bij de verspreiding van het illegale blaadje Trouw. Maar wonder boven wonder is hij naar Amersfoort gebracht en mocht hij na tien dagen weer terug. Wegens gebrek aan bewijs. Hij is lopend op blote voeten terug gekomen.”

Was u verliefd tijdens de oorlog?
“Ja, ik was verliefd. Ik was jong. Zal ik jullie een geheimpje vertellen? Ik heb mijn eerste kusje hier in het Flevopark gekregen. Van mijn man. Ik heb hem ontmoet bij de kerkelijke verenigingen. We hadden vroeger meisjes-en jongensverenigingen. De jongens kwamen ons halen uit die meisjesvereniging. Zo begon het meestal. Ik ben op mijn 21e getrouwd, in de oorlog, met een gehuurde witte jurk. Ik heb daar nog wel foto’s van. Mijn moeder heeft toen een echt feestmaal weten te bereiden voor de broers en zusters, met inmaak van wat zij had bewaard voor die dag. We aten wel verse sla omdat we dat in de winkel hadden, verder waren er weinig groenten.”

Erfgoeddrager: Hicham

‘Iedereen kende elkaar’

Wij zijn Hicham en Youssef, 13 jaar. We interviewden mijnheer en mevrouw Dekker, in hun appartement in De Pijp. Zij zijn broer en zus. Ze vertelden heel veel en lieten foto’s zien van vroeger. In hun huis was vroeger geen wc en het was er krap met vier broertjes en zusjes. Mevrouw Dekker moest haar huiswerk maken op de zoldertrap.

Hoe was het leven op straat in de oorlog?
Leni: “In onze straat woonden allemaal gezinnen met veel kinderen: 16 kinderen, 12 kinderen. In kleine woninkjes. Met alle kinderen deelden we ons speelgoed. Buiten stonden twee paar rolschaatsen, daar rolschaatsten we allemaal op. Mijn vader en moeder hadden daar geen geld voor. Het touwtje om de voordeur open te maken hing uit de brievenbus.

Er was saamhorigheid onder de mensen. Iedereen zei ‘oom’ en ‘tante’ tegen elkaar. Ook al waren sommigen fouterikken in de oorlog, ze bleven toch ‘tante Corry’ en ‘tante Miep’. In de klas zaten ook kinderen uit de ‘Jeugdstorm’, de jeugdclub van de NSB. Die kinderen kwamen dan in hun pakkie naar school. Inmiddels zijn ze nu ook zo’n 70 jaar. Die kan je niet scheef blijven aankijken.”

Wat herinnert u zich van de Hongerwinter?
Bert: “Tijdens de Hongerwinter werd in een van de garages bij ons in de straat een paard-en-wagen naar binnengereden. Het was een kar met brood en boter. Het leek wel luilekkerland. ‘Wie wil er vreten!!’ werd er in de straat geroepen. Ramen gingen open. ‘Daar kan je vreten halen!’ Mensen vlogen de straat op. Mijn broertjes en ik ook. Met kisten brood kwamen we boven. In de schoorsteen verstopten we het eten.

Toen werd er opeens geschoten in de straat. Sommige mensen werden bang en gooiden hun eten uit het raam. We hoorden een grote klap. Op straat lag zo’n kist met eten. Toen heeft ome Klaas die snel binnengehaald. Ome Klaas, hij ruste in vrede.”

Hoe was het na de bevrijding?
Bert: “Er werd gedanst op straat. Ome Harry speelde op de piano. Volwassenen en kinderen dansten samen. In elke straat werd wel een vrouw kaal geschoren, omdat ze met Duitsers was omgegaan. Hele taferelen waren dat.”

 

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892