Barbara Butta (1976) is geboren in Roemenië, en kwam in 2005 naar Nederland om hier een leven op te bouwen. Veerle, Dirk en Jackie van basisschool Strijp Dorp in Eindhoven zijn nieuwsgierig naar haar verhaal en hebben allerlei vragen voorbereid. Ze voelen zich bijna echte journalisten, klaar om alles vast te leggen over haar ervaringen, haar reis naar Nederland en hoe ze zich hier thuis voelt. Het is spannend, gezellig en leerzaam tegelijk!
Hoe waren de eerste dagen in Nederland?
‘Heel leuk, maar ook bijzonder om te zien hoe anders alles was dan in Roemenië. De mensen waren vriendelijk, iedereen zei ‘hoi’. Dat zag ik in mijn geboortestad in Roemenië nooit. Ook viel het me op dat er veel meer huizen naast elkaar stonden. In Roemenië hebben wij veel woonruimte en is alles groter. Ook moest ik erg wennen aan het weer. Het was hier altijd koud en het regende vaak, terwijl het in Roemenië lekker warm is.
Eerder was ik al als toerist in Nederland geweest en had ik gestudeerd in Luxemburg en België. Toen ik terug wilde gaan naar Roemenië, kwam ik mijn man tegen op een bruiloft. We hebben elkaar daarna nog gezien in Luxemburg en België en besloten later te trouwen en samen voorgoed in Nederland te wonen. Dit heb ik via Skype aan mijn ouders verteld. Ze waren erg verdrietig, maar ook blij.
De keuze om in Nederland te wonen kwam door mijn man, omdat hij hier zijn studie nog moest afronden. Sinds ik in Nederland ben, en vooral omdat ik nu kinderen heb, kan ik niet meer terug naar Roemenië, dit is nu ons thuis geworden.’
Hoe was het om uw vaderland te verlaten?
‘Het was spannend, vol zorgen en vragen, vooral omdat ik de taal niet sprak. Ik vroeg me af wat ik in Nederland zou doen en wat ik kon verwachten. Ik trouwde op 29-jarige leeftijd. Mijn vader is Hongaars en mijn moeder Roemeens. Ik spreek meerdere talen en heb mijn kinderen viertalig opgevoed, zodat ze contact kunnen houden met familie in Roemenië en Hongarije.
Het was moeilijk om aan de Nederlandse cultuur te wennen. Wij zijn erg familiegericht, en dat is hier veel minder. Ik moest ook wennen aan het feit dat ik na enkele maanden alweer moest werken toen ik kinderen kreeg. Dat was voor mij een grote cultuurschok, want in Roemenië krijg je twee jaar verlof.’
Wat mist u het meest uit Roemenië?
‘Het eten, mijn vrienden, de natuur, de bergen, de zee, dieren zoals beren en wolven. Ook de cultuur, dans en muziek mis ik erg. Het leven was heel anders. De gewoontes, de manier waarop verjaardagen werden gevierd en het eten, alles was anders. In Roemenië zijn verjaardagen groot en uitbundig: veel eten, muziek en dans tot in de vroege ochtend. Hier in Nederland zat ik bij de familie van mijn man in een kring met koffie, thee en een klein stukje gebak. Toen dacht ik: is dit alles?’
Hoe was het om opnieuw te beginnen in Nederland?
“Ik vond het moeilijk. Ik kon geen Nederlands spreken en moest steeds andere spieren gebruiken om de taal te leren, daardoor had ik de eerste weken pijn in mijn wang. Ik was eenzaam, had geen vrienden, mijn man was vaak weg voor werk en mijn familie was in Roemenië. Soms ben ik blij hier, maar soms mis ik mijn land. Ik voel me zowel hier in Nederland als in Roemenië thuis, maar soms ook nergens volledig. Soms heb ik heimwee en bezoek ik Roemenië om dat gevoel wat te verzachten.’
Wat zou u missen aan Nederland als u terugging?
‘De vrijheid en het relaxte leven, de openheid in werk en leven. Ik vind het leuk hier, ik ben vrij en kan mezelf zijn.’







