Erfgoeddrager: Dien

‘Mijn moeder was zó kwaad!’

Ik had laatst thuis een muizencrisis’, vertelt Tine van Wijk voorafgaand aan het interview met Niklas, Dien, Daniel, Myrte en Elena… De kinderen gaan net op een bankje tegenover haar zitten op het schoolplein van de Rivierenschool in Amsterdam-Zuid. Het interview houden ze in deze coronatijd liever buiten. Mevrouw Van Wijk legt uit dat ze muizen in haar huis zag en daarom maar op de bank ging slapen. Tot ze zag dat op de bank muizenkeutels lagen, en ze besloot dat er dan ook maar een kat moest komen. De kat is er nu. Maar de angst voor de muizen ook nog steeds. Dat is precies wat er met haar gebeurde in de oorlog, zegt ze: de angst bleef in haar lijf zitten.


Hoe verliep de oorlog voor uw vader?

‘Mijn vader was een grote, prachtige man en heel intelligent. Hij was, net als alle mannen in de oorlog van die leeftijd, gemobiliseerd. Dit betekende dat ze in kazernes moesten wachten tot de Duitsers kwamen. Hij zat in de Kazematten, bij de Afsluitdijk, waar gevochten is. En daarbij is hij krijgsgevangen gemaakt. Toen hij terugkwam, waren zijn ‘zenuwen kapot’. Hij was depressief of juist heel druk. En als hij druk was, dan werd hij opgenomen in de Valerius-kliniek en kreeg hij slaapkuren van twee weken. Kwam hij terug, dan ging het even goed, maar daarna begon het weer. Eigenlijk is het nooit meer goed gekomen. Toen hij 54 jaar was, is hij gestorven in een psychiatrische inrichting. Ik was veertien jaar toen hij werd opgenomen en uit ons gezin verdween.’


Welke vrienden had u in de oorlog?

“Ik had op school een tweeling met wie ik bevriend was. Deze tweeling kwam een keer bij mij spelen. Eerst gingen we buiten in een schuurtje tarwe malen in een koffiemolen, zodat we meel hadden om brood mee te bakken. Toen we weer ons huis in gingen, stond er toevallig een bordje bruine bonen klaar dat mijn moeder had gemaakt voor mijn broertje van 1,5 jaar. Terwijl mijn moeder naar boven liep om mijn broertje te halen, at die tweeling het bordje bruine bonen op. Mijn moeder was zó kwaad! Toen ze later op sterven lag, was ze er nóg kwaad over. “Weet je nog van die bruine bonen!”, zei ze… Kinderen kwamen vaak bij mij spelen, omdat bij ons huis een enorm speelterrein lag. We hadden ook een treintje met kiepwagentjes en allerlei loodsen waar we konden spelen. Naast ons huis hadden de Duitsers en NSB’ers schuilkelders gebouwd. Van die betonnen blokken. En wij hadden langs de schuilkelders hutten gebouwd. Op een dag stond de deur van een van die hutten open. Heel voorzichtig keken we binnen en zagen een zwart SS-uniform liggen. Die SS’ers hadden aan het einde van de oorlog hun uniform stiekem uitgetrokken en waren gevlucht.’

Wat voor invloed heeft de oorlog gehad op u?
‘Het heeft invloed gehad op mijn hele leven, maar vooral op, eh, op mijn relaties met mannen. Meestal word je verliefd op mannen die een beetje op je vader lijken, dus ik werd verliefd op hele neurotische mannen. En ik ben zelf ook nogal neurotisch. Je komt niet ongeschonden uit de oorlog, dat is gewoon zo. Ik ben met een man getrouwd die net zo moeilijk was als mijn vader. Net zo kwaad op wereld. Dat komt toch voort uit de oorlog, waar zoveel ongelooflijke onrechtvaardige dingen zijn gebeurd. Ik kan ook niet meer tegen sommige geluiden. De angst blijft in je lijf zitten. Geluiden van muizen. Van bommenwerpers. Ik weet nog dat op een dag een bommenwerper kwam overvliegen om het einde van de oorlog te vieren. Nou, ik kroop onder de bank! Want op school moesten we destijds ook als het luchtalarm afging met z’n allen onder de bank kruipen. Je moest altijd alert zijn.’

      

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892