Erfgoeddrager: Ashwan

‘Ruzie over wie de verduistering ‘s ochtends weg moet halen’

Ik ben Ashwan, ik ben 14 jaar. Ik interviewde mevrouw Eisses in haar huis in Osdorp, waar ze tegenwoordig woont. Maar ze komt eigenlijk uit De Pijp. Daar woonde ze met haar ouders en jongere broer boven het café van haar ouders. Mevrouw Eisses kan heel levendig vertellen en veel gedichten uit die tijd uit het hoofd opzeggen.

Hoe verliep uw dagelijks leven tijdens de oorlog?
“Mijn ouders werkten allebei in het café, die waren weinig thuis. En mijn broer Piet en ik vochten elkaar de tent uit. Elke ochtend maakten we ruzie als één van ons de houten planken voor de ramen weg moest halen. (Tijdens de oorlog moest iedereen zijn ramen ’s avonds verduisteren, zodat er geen licht van binnen naar buiten zou schijnen. red.) Dan vochten we net zolang, tot mijn broer zijn hielen op mijn armen zette en ik zei: ‘Genade lieve Piet, ik zal het doen.’ En toen er geen elektriciteit meer was, lazen mijn broer en ik ’s avonds bij het schijnsel van een carbidlamp samen in ‘De Drie Musketiers’. Ik las sneller dan Piet en keek dan alvast op de volgende bladzijde. Dat vond hij niet leuk. ’s Nachts lag ik wakker in bed. Ik hoorde de trams rijden. Ze kwamen langs ons huis. Daar zaten de Joden in die werden gedeporteerd.”

Merkte u iets van de oorlog op straat en op school?
“Elke dag liep ik van huis naar mijn school op het Museumplein. Onderweg zag je soldaten lopen en je zag wel eens affiches hangen, met daarop ‘Mussert Wint’. Daar was soms het woordje ‘laat’ tussen gekalkt: ‘Mussert laat een wint’ stond er dan. Op school merkte je weinig van de oorlog. Behalve bij de leraar Nederlands, die voor de klas altijd bad voor het koninklijk gezin. En de leraar Duits riep in de klas: ‘Vivat Oranje, hoezee!’”

Kende u NSB’ers?
“De ouders van mijn vriendinnetje Dineke, die in de Ferdinand Bolstraat woonden, waren NSB’ers. Maar dat wist ik niet. Voor die moeder zong ik een keer heel enthousiast het liedje: ‘Hitler Hitler oh Hitler was je maar gestikt. Dan had je Van de Lubbe z’n kop niet afgemikt. Hitler oh Hitler wat doe je met die kop, stop hem in de erwtensoep en eet hem lekker op.’ ‘Dat moet jij nooit meer zingen,’ zei die moeder toen streng.”

 

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892