Erfgoeddrager: Alvaro

‘Dat was de enige keer in mijn leven dat ik huilde ’

Wij interviewden meneer Maurice Ferares. Hij woonde voor en tijdens de oorlog in de Smitstraat in de Transvaalbuurt en zat later ondergedoken aan het Afrikanerplein en op de Prinsengracht. Hij was achttien jaar toen de oorlog begon.

Wat was vóór de oorlog uw levensdroom?
‘Ik wilde muzikant worden. Sinds mijn achtste speelde ik al viool, maar ik wilde nog beter worden en later in een symfonieorkest spelen. Daarom ging ik vlak voor de oorlog, toen ik zeventien was, naar het Conservatorium. In december 1940, dus een halfjaar nadat de oorlog begon, ben ik via klasgenoten bij het verzet terechtgekomen. Omdat ik Joods was, moest ik in 1942 van het Conservatorium af. Daarna ben ik al snel ondergedoken. Tijdens deze jaren kreeg ik nog wel lessen thuis van mijn leraren en ik deed zelfs clandestien mijn examens. Toen ik na de oorlog terugkwam op het Conservatorium en ik nog één examen moest doen, werd mij verteld dat de examens die ik tijdens de oorlog had gedaan, niet erkend werden. Moest ik de hele vier jaar over doen! Dat wilde ik niet, ik heb het Conservatorium toen vaarwel gezegd. Daarna heb ik vijftien jaar in een orkest gewerkt.’

Wat heeft u tijdens de oorlog gedaan?
‘Via klasgenoten kwam ik in aanraking met het verzet. Hier heb ik illegale krantjes gedrukt en verspreid. Ook stal ik voedselbonnen voor onderduikers en hielp ik met het maken van illegale papieren. Ik werd een handige inbreker en oplichter tijdens de oorlog! Ik heb in die periode op vijf verschillende onderduikadressen gezeten, waarvan twee jaar in een huis op het Afrikanerplein, in de Transvaalbuurt. Dat was een Joodse buurt waar veel razzia’s werden gehouden. Zat ik daar in mijn schuilhokje boven het plafond, terwijl de Duitse politie het huis doorzocht! Ik was toen niet bang, maar de drie dagen daarna had ik altijd vreselijke hoofdpijn.”

Heeft u nu nog nare herinneringen aan de oorlog?
‘Ik denk er nog altijd heel veel aan. Mijn hele familie is vermoord in Auschwitz. Via een kennis hoorden we over de vernietigingskampen in Polen, maar pas na de Bevrijding wist ik echt wat er gebeurd was met mijn familie. Ik ging iedere dag kijken bij de namenlijsten die ze ophingen bij de Weteringschans. Lijsten met de namen van de mensen die waren omgekomen. Op een dag stonden de namen van mijn familieleden daar ook op. Dat is volgens mij de enige keer in mijn hele leven dat ik heb gehuild.
Maar waarom vragen jullie altijd alleen maar naar de oorlog? Waarom weet niemand meer iets van de tijd voor de oorlog, het interbellum? De tijd dat Hitler aan de macht kwam? Dat is juist nu zo belangrijk! Tegenwoordig zie je hetzelfde weer gebeuren. Wat is het verschil tussen het roepen van ‘minder Marokkanen’ en ‘minder Joden’? We moeten voorkomen dat het weer gebeurt en daarom moeten we niet vergeten wat er is gebeurd.’

 

foto’s: Marieke Baljé

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892