Erfgoeddrager: Abrianna

‘Sint Joannesschool: zingen met zuster Ignasia ’

Mevrouw Demoitié zat tijdens de oorlog op onze school. Ze wist ons, en onze klas, nog veel te vertellen over haar schooltijd. Elke dag liep ze van haar huis naar school, samen met haar zusjes. Dat vond ze niet zo leuk, want haar zusjes liepen langzaam en dan kwam ze te laat en kreeg ze straf. Ze woonde aan de andere kant van de Amstel samen met haar ouders en vijf broertjes en zusjes.

Wat herinnert u zich van onze school?
“Vanaf 1942 heb ik op deze school gezeten, een katholieke meisjesschool was het, waar nonnen lesgaven die woonden in het klooster bij de school. De nonnen spraken we aan met: ‘zuster’. De school zag er toen heel anders uit. Het was niet zo zonnig geverfd als nu en in de klas stond een grote kolenkachel. Als de conciërge van de school die kachel te laat had aangestoken zat je te bibberen van de kou. 40 meisjes zaten bij mij in de klas en we zaten aan tafeltjes voor twee kinderen, achter elkaar. Als de onderwijzeres of non binnen kwam moest je naast je bankje (tafeltje) gaan staan.”

Kregen jullie vaak straf?
“Als we niet luisterden kregen we strafwerk. ‘Ik zal beter gehoorzamen’ moest je dan 100 keer schrijven. En als je te laat was, dan moest je in de hoek. Soms moest iemand voor de klas op z’n knieën zitten met zijn rug naar de kinderen toe. Dat was echt geen pretje. Er was ook een non die met haar lineaal op de banken sloeg. Dan was je altijd zo bang dat ze op je vingers zou slaan. Maar er waren ook heel lieve juffen en nonnen. Mijn lievelingsjuf was zuster Ignasia. Zij kon heel goed zingen. Ik vond zingen heerlijk.”

Merkte u veel van de oorlog?
“Ja, wij moesten in 1942 door de oorlog verhuizen. We woonden in Castricum, vlakbij de duinen. Alle huizen in de buurt van de zee werden daar door de Duitsers afgebroken en iedereen moest weg. Wij kregen in Amsterdam een klein huis toegewezen, waarin Joden hadden gewoond: een man en een vrouw. Zij hadden zelfmoord gepleegd.. Toen woonden wij er. Bij ons in de straat woonden veel Joden. Ik speelde veel met mijn Joodse buurmeisje, Edith. We knikkerden vaak. Edith moest een ster dragen. Ze zei altijd dat ze haar knikkerzak voor mij achter zou laten als ze zou worden weggehaald. Vaak werden er razzia’s gehouden bij ons in de straat. In elk huis werd gekeken, of er Joden woonden. Ook bij ons. Heel hard werd er op de deur gebonsd: ‘Aufmachen!’ De deur moest open. In onze bedden en in de kasten werd gekeken of we geen Joodse mensen verborgen hadden. Die keiharde stemmen, dat harde gestamp van die laarzen. Dat akelige gevoel heb ik altijd vastgehouden. Ook mijn vriendinnetje Edith en haar ouders werden weggehaald. Ik herinner me dat mijn ouders ontzettend moesten huilen. Ik hoopte dat Edith haar knikkerzak zou hebben achtergelaten. Maar dat was ze vergeten.” 

De Sint Joannesschool
Bonnen en distributiekaarten van Toos Schut-Demoitie
Het interview in de klas

 

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892