Erfgoeddrager: Tracy

‘De verrader van mijn opa kreeg 2,50 gulden’

Nog voordat Rafael, Alayna, David, Evy, Delaysa, Owen en Tracy binnenkomen heeft Frank Meelker al kennis gemaakt met Plien, die via een iPad – ondanks corona – toch het interview kan bijwonen. De leerlingen van basisschool De Rivieren in Amsterdam-Oost zijn benieuwd naar de verhalen van meneer Meelker. Hij vertelt ze van alles over zijn opa en oma die een bijzondere rol speelden in de oorlog.

Wie heeft uw opa geholpen tijdens de oorlog?
‘Voor de oorlog hielp mijn opa al mensen uit Duitsland. Die vluchtten uit Duitsland omdat Hitler aan de macht was, en kwamen naar Nederland. Net als nu met vluchtelingen mocht lang niet iedereen Nederland in. Mijn opa hielp hen in het geheim om toch aan onderdak en papieren te komen. Toen de oorlog begon ging hij daarmee door. Hij zat in de verzetsgroep ‘Gerretsen’, met als codenaam ‘Marsman’. Dat was de naam van een Nederlandse dichter. Hij hielp mensen die moesten onderduiken aan valse papieren, persoonsbewijzen en bonnen waarmee je spullen kon kopen. Hij was ook hoofdonderwijzer van een school in de Transvaalbuurt, en daar liet hij op de zolder mensen onderduiken. Die kwamen dan binnen als de kinderen naar huis gingen en die konden op de zolder slapen. Zo heeft hij heel veel mensen geholpen.’

Wie heeft uw opa eigenlijk verraden?
‘Dat is een heel triest verhaal. Mijn opa maakte valse persoonsbewijzen voor mensen die gevlucht waren of moesten onderduiken. In mei 1943 heeft hij een vals bewijs gemaakt voor iemand die een verrader bleek te zijn. Die man had al heel veel Joodse mensen verraden. Dus toen mijn opa hem het valse persoonsbewijs gaf stond de politie om de hoek. Dat was politie in burger zodat ze niet opvielen. Die hebben hem direct gearresteerd en opgesloten. Hij heeft eerst in Nederland in kamp Amersfoort en Westerbork gezeten en is daarna met de trein naar de Auschwitz en andere kampen gebracht. De verrader van mijn opa kreeg 2,50 gulden per Jood die hij aangaf. Omgerekend is dat zo’n 100 euro nu.’

Wat gebeurde er toen hij naar Auschwitz werd gebracht?
‘Eind 1944 is hij met het laatste transport naar Auschwitz gegaan. Dat was ook het transport waar bijvoorbeeld Anne Frank in zat. Daar heeft hij heel hard moeten werken onder slechte omstandigheden. De bedoeling was eigenlijk dat je jezelf dood werkte. En dat is ook gebeurd. Hij is nog wel op een ander transport gezet met hele slechte omstandigheden. Dan moet je je voorstellen dat het 20 graden onder 0 is en je in een open wagon moet met alleen een hemdje aan en zonder schoenen. Dat is wel heel koud. Uiteindelijk is hij ook in januari 1945 overleden, waar precies weten we niet.’

Wat deed uw oma in de oorlog?
‘Zij heeft de oorlog overleefd. Ik heb nog wel een mooi verhaal over mijn oma. Een keer was er een razzia in Amsterdam. Dan werden alle Joden uit hun huizen gehaald en weggevoerd. Nou woonden veel mensen in die tijd in kleine, slechte woningen. Dus er was een meisje van 2 of 3 jaar dat in een kast sliep. Haar ouder werden weggehaald en dat meisje had het niet gemerkt. Niemand had ook in die kast gekeken. De volgende ochtend werd ze wakker en begon ze te huilen. De buren vonden haar en vonden het zielig, dus die brachten haar naar de Joodsche Schouwburg. Dat was de plek waar alle Joden verzameld werden. Mijn oma hoorde dit verhaal en zei: ‘Dit is toch echt vreselijk. Dan heeft zo’n meisje met geluk overleefd, en dan brengen mensen haar naar een plek waar ze gedeporteerd wordt.’ Dus mijn oma vroeg haar naam en is naar de Schouwburg gegaan. Ze is naar binnen gelopen, heeft gevraagd naar dat meisje en heeft haar zo mee naar buiten genomen. Dat was natuurlijk heel gevaarlijk, want ze kende dat meisje niet en Joden helpen was verboden. Maar ze heeft dat meisje mee naar huis genomen en die kon daar onderduiken.’

Heeft dat meisje de oorlog overleefd?
‘Ja, die heeft de oorlog overleefd. Ze woont nu in Australië en leeft nog steeds. Ze noemt mijn oma ook nog steeds mama. Terwijl zij natuurlijk niet haar moeder was. Haar echte moeder heeft de oorlog ook niet overleefd, maar haar vader wel. Die kwam terug na de oorlog en hoorde toen dat zijn dochter nog leefde. Dat was natuurlijk heel vreemd toen hij haar kwam ophalen. Want dat meisje was inmiddels 5 en dan komt er ineens een meneer binnen die zegt ‘ik ben je vader’. Uiteindelijk is haar vader opnieuw getrouwd en zijn ze naar Australië gegaan. Soms is ze nog wel eens in Nederland en dan spreek ik haar.’

Hoe voelde u zich toen u het verhaal van uw opa hoorde?
‘Goede vraag. Toen ik jullie leeftijd had werd er bij mij thuis veel gepraat over het verlies van mijn opa. Mijn moeder had natuurlijk geen vader meer en die had daar verdriet over. Maar ik wist niet precies wat hij allemaal gedaan had. Ik wist wel dat hij vermoord was, maar niet waarom. Vroeger woonde ik ook in dezelfde straat als waar zijn school stond, en toen wist ik niks van wat hij gedaan had. Pas nadat ik verhuisd ben heeft iemand een boekje geschreven over de verzetsgroep van mijn opa. Dat boekje heette De groep Gerretsen en de schrijver heet Bart de Cort. Daar las ik voor het eerst het verhaal. Ik was daar wel van onder de indruk. Jarenlang wilde ik niks van de oorlog weten omdat dat toch alleen maar verdriet en ellende was. Maar toen ik het verhaal las dacht ik: het is toch heel goed om er veel van te weten en het ook door te vertellen aan kinderen zoals jullie.’

 

 

Erfgoeddrager: Tracy

‘Mijn vader en ik gingen naar Uitdam voor een flesje melk’

Op de IJdoornschool in Amsterdam-Noord kregen Jealic, Sara, Chellise en Tracy bezoek van Dolf van der Veen. Meneer Van der Veen is al bijna 90 jaar, maar kan zich nog veel herinneren over de oorlog. Het is een mooi en indrukwekkend gesprek waarin de vrijheid centraal staat.

Waar woonde u tijdens de oorlog?
‘Ik woonde net als jullie in Nieuwendam, in Amsterdam. Maar ik heb niet de hele oorlog hier gewoond. Met mijn nicht ben ik in Friesland gaan wonen want daar was nog te eten. Ik ben er opgevangen door een onderwijzer en zijn gezin. Na de bevrijding duurde het nog een tijdje voordat ik weer terugging naar Amsterdam. Uiteindelijk zijn we met een broer van ‘mem’, die melkboer was, over de Afsluitdijk naar Amsterdam teruggegaan. En met de familie uit Friesland heb ik nog steeds contact. Erg leuk.’

Wat kunt u zich nog het beste herinneren van de oorlog?
‘Tijdens de oorlog ben ik veel op pad geweest om eten te zoeken en halen. Ik had twee jongere broertjes (zij waren in de oorlog geboren) thuis dus zorgde ik, samen met mijn vader, voor het eten. Dat deed ik vaak op de fiets. Mijn fiets had geen echt banden meer maar mijn vader had touw om de velgen gespannen zodat ik er toch nog op kon fietsen. Ik heb veel tochten gemaakt. Zo gingen mijn vader en ik naar Uitdam om een flesje melk te halen bij de boer. Als we deden alsof we buren waren, kregen we twee flesjes melk. Ook ben ik op de fiets naar Friesland geweest. Via de Afsluitdijk, die wel 30 kilometer lang is, ben ik langs boeren gegaan om voedsel te vragen. Dat ging soms goed en soms niet. Omdat ik vriendelijk en beleefd was tegen de boeren, kreeg ik wel wat te eten mee. Ook mocht ik vaak in de stal blijven slapen omdat ik lange tochten maakte. Dan mocht ik achter de koeien slapen. Als ik dan wakker werd, zat ik onder het bruin. Haha, dat krijg je als je achter koeien slaapt, dan zit je wel eens onder de koeienvlaai. Maar er is ook wel eens een boer geweest waar ik mocht blijven slapen, die niet zo aardig was. Ik werd opgesloten in de stal waar het erg koud was. Het was moeilijk om ’s nachts warm te blijven. Toen ik in de ochtend uit de stal werd gelaten, hoopte ik op iets te eten. Maar ik kreeg niks. De boer zei: ‘Ga maar fietsen jong, dan word je lekker warm’.’

Vindt u het moeilijk om over de oorlog te praten?
‘Nee, het is nu eenmaal gebeurd en ik ben er nog. Ik kan het nog navertellen. Dat kunnen veel andere mensen niet. Wel vind ik vrijheid erg belangrijk. Zeker nu met al die rumoerige tijden op de wereld. Daarom vertel ik ook graag mijn verhaal.’

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892