Erfgoeddrager: Maxel

‘Ik kreeg een granaatscherf in mijn hoofd’

Map Stam heeft veel snoep klaargezet voor Maxel, Joep, Bente en Jip van de Bos en Vaartschool. Ook schenkt ze voor iedereen drinken in. Op tafel liggen een paar boeken over de oorlog. Mevrouw Stam woonde vroeger in de Leidse Buurt.

Kan u zich het begin van de oorlog herinneren?
‘Ik was vier toen de oorlog begon en woonde aan de Voorzorgstraat 84 zwart. Mijn broertje werd geboren op 13 mei 1940. Ik zat op de St Bavoschool, aan het Leidseplein. Van de eerste oorlogsjaren kan ik me niet zo veel herinneren. Maar in de loop van de oorlog kwam de honger. Gelukkig had mijn vader had goede vrienden, zoals onze buurman de melkboer. Van hem kregen weleens geitenmelk en van groenteboer Boes kreeg ik soms een emmer aardappelschillen. Hij zei: “Let op, als ze je aanhouden zeg je: ”Dat is voor mijn konijntjes”.
De groenteboer schilde de aardappels expres extra dik en had onder de schillen een paar hele aardappels. Daar waren we heel blij mee! Thuis schilde mijn moeder die schillen nog een keer en dan konden wij heerlijk eten.
We zochten ook beukennootjes in de Hout en sprokkelden houtjes in Bentveld. Ik weet nog dat ik uren in de rij stond bij de gaarkeuken voor een pannetje soep. En ik zat hele dagen binnen in de kou, met een deken om. Speelgoed hadden we niet. Dat moesten we inleveren voor Duitse kinderen die geen vader hadden.’

Heeft u iets spannends meegemaakt?
‘Toen Fake Krist werd neergeschoten mochten we niet kijken, maar stiekem deden we dat toch. Daarna kwamen vreselijke represailles in de buurt. Er werden mensen doodgeschoten, en twee huizen brandden af.

Er waren steeds vaker razzia’s, de mannen werden opgepakt om te werken in Duitsland. De man van het café op de hoek van de Brouwersstraat wist dat er een razzia aankwam en waarschuwde mijn vader. Hij vluchtte naar de St Bavo Kathedraal en heeft daar wel een jaar ondergedoken gezeten.

Op een dag speelde ik op straat bij de Westergracht. Op dat moment valt er een bom, precies op de plek waar mijn broertje speelde, hij had helemaal niets! Ik weet er niet veel meer van… een klap, stof… Ik had pijn aan mijn hoofd, maar ik stond op en rende naar huis. Ik had een rode muts op. Ik riep: “Oma, ik heb zo’n pijn!” Had ik een granaatscherf in mijn hoofd! Grote paniek. Groenteboer Boes pakte zijn paard en wagen en bracht mij meteen naar het ziekenhuis. Ik werd geopereerd en de scherf werd eruit gehaald. Ik heb ‘m jarenlang bewaard, in een doosje. Later kreeg ik epilepsie doordat er een stukje scherf was achtergebleven in mijn hoofd. Ik heb zware operaties ondergaan.’

Hoe heeft u de bevrijding gevierd?
‘Ik lag nog in het ziekenhuis toen we werden bevrijd. Ik hoorde gejuich en geschreeuw en de zusters klommen op het dak van het Grote Gasthuis aan de Gasthuissingel, ze dansten.
Een week later mocht ik naar huis. Daar werden lege blikken rood, wit, blauw en oranje geschilderd en aan alle in de buurt. huizen huizen in de Leidsebuurt gehangen, als versiering.’

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892