Erfgoeddrager: Mary

‘Dit keer gooiden ze geen bommen, maar voedselpakketten.’


Mels Stillebroer woont tijdens de oorlog in de Carel Reinierszkade in het Bezuidenhout met zijn ouders. Tegenover zijn huis zijn weilanden waar de Haagse Schaatsclub zijn schaatsbanen heeft. Daarachter stellen de Duitsers aan het eind van de oorlog raketinstallaties op die V1 en V2-raketten afvuren richting Engeland. Mels Stillebroer kan vanuit zijn huis de allesvernietigende raketten opstijgen en hun verwoestende weg naar Engeland maken. De Engelsen proberen de raketinstallaties te vernietigen met een bombardement, maar dat mislukt. De bommen komen per ongeluk op de woonwijk Bezuidenhout neer. Ook al is Mels Stillebroer nog erg jong, het bombardement op 3 maart 1945,  heeft grote indruk op hem gemaakt.

Wat kunt u vertellen over het bombardement van het Bezuidenhout?
Wat hadden de Engelsen nou bedacht? We gaan deze installaties platgooien. Maar helaas, doordat ze niet de goede informatie hadden waar ze precies de bommen moesten gooien, gooiden ze de bommen hier op het Bezuidenhout. Dat was natuurlijk een ramp. Een groot deel van het Bezuidenhout was enorm aan het branden. Ik herinner me nog dat mijn vader, moeder en ik zijn gevlucht vanaf de Carel Reinierszkade richting Voorburg. Daar zijn we opgevangen door een vriendin van mijn moeder. We konden een aantal nachten bij haar doorbrengen totdat het voorbij was met de ergste ramp.  Ons huis was gelukkig onaangetast gebleven. De vernieling van de huizen begon eigenlijk pas bij de Laan van Nieuw Oost-Indië.  Het huis van de grootouders van mijn vader, die woonden in de Van Bosstraat, is wel zwaar getroffen door bommen. De schade was enorm in het Bezuidenhout.

Wat weet u nog van de hongerwinter?
Een maand na het bombardement op het Bezuidenhout, vlogen er weer een heleboel Engelse vliegtuigen laag over. Dit keer gooiden ze geen bommen, maar voedselpakketten naar ons. Ze vlogen echt heel laag en tegenover ons huis, op het weiland bij de ijsbaan werden de voedselpakketten gedropt. Die pakketten bestonden uit grote, ijzeren blikken. Ik weet nog dat jongens uit de buurt later de blikken aan elkaar vastbonden tot een soort vlot. En daarmee roeiden ze in de sloot.

Hoe was het na de oorlog?
Duitse officieren die in Nederland woonden tijdens de oorlog wilden natuurlijk in een mooi, groot huis verblijven. Na de oorlog, in 1955 zijn wij verhuisd van de Carel Reinierszkade naar een groot huis op de Wassenaarseweg.  En dat is zo’n huis geweest waar Duitse officieren hadden gezeten. Er zaten nog verbindingsdraden en installaties van de Duitsers in. Maar op de bovenste verdieping zat ook nog hun dienstbode, een Tsjechische vrouw. De Duitse officieren hadden haar achtergelaten. Zij had voor de rest niks met de oorlog te maken, dus na de bevrijding is zij in dat huis blijven wonen. En ze is nog jarenlang bij ons gebleven, op de bovenste verdieping.

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892