Erfgoeddrager: Marwan

‘Hij zag tot zijn schrik dat ook zijn eigen huis was getroffen door een bom’

Na het bombardement op de Ritakerk liep de 9-jarige Gerard Rebel met zijn broertje verdwaasd naar huis. Waar zijn andere broers en zussen waren, wist hij niet. In de Bremstraat zag hij tot zijn schrik dat ook zijn eigen huis was getroffen door een bom.

Wat herinnert u zich van het begin van de oorlog?
“Talloze Duitse bommenwerpers die over vlogen. Telkens ging het luchtalarm af en moest je snel naar binnen om te schuilen. Soms gebeurde dat midden in de nacht. Dan liepen we naar een buurvrouwtje onder ons. In onze pyjamaatjes zaten we bij haar onder de trap, want dat leek de veiligste plek.”

Heeft u het bombardement meegemaakt in 1943?
“Samen met mijn broers en zussen zat ik die dag in de Ritakerk om het 25-jarig bestaan van de kerk te vieren. Ineens ging het luchtalarm af. En meteen daarna werd het donker. Ik werd wakker, met mijn hoofd op een bank en begon te schreeuwen: ‘Ik ga dood, ik ga dood’. Struikelend over planken, stenen en misschien ook wel over mensen, ben ik naar buiten gegaan en huilend naar huis gelopen.

In de Bremstraat schrok ik enorm want hier waren ook bommen gevallen. De deur van ons huis stond half open, maar mijn moeder was er niet. Gelukkig kwam ze al snel aangelopen. Ze wilde een kopje thee voor ons maken om ons te troosten. Maar dat ging niet.”

Keerden uw andere broers en zussen ook weer terug?
“Mijn zus bleek gewond in het Wilhelminagasthuis te liggen. Mijn oudere broer kwam thuis met pijn aan zijn rug. Mijn moeder heeft toen glas en puin van een bed gehaald en hem erin gelegd. Vader nam mij mee naar de Eerste Hulp op de Wingerdweg. Maar ik kon niet worden geholpen, want ook dat gebouw was gebombardeerd. En iemand kwam vertellen dat een jongen op een brancard bij de Ritakerk naar mijn moeder had gevraagd. Bij de kerk trof mijn moeder mijn broer aan met wonden in zijn rug en hoofd en splinters in zijn lichaam. Pal voor hem was een bom gevallen en de kinderen die daar
hadden gezeten, waren dood.”

Erfgoeddrager: Marwan

‘Les bij de hoofdonderwijzer thuis’

Wij zijn Marwan, Irem en Shafieq en wij interviewden meneer Veldhuisen, die 7 jaar was toen de oorlog begon. Hij woont nog steeds in dezelfde boerderij als toen hij klein was. In de oorlog veranderde er voor hem niet zo veel. Wij waren verbaasd dat hij zo weinig nare herinneringen had. We dachten dat de oorlog voor iedereen heel erg was.

Wat heeft u gemist tijdens de oorlog?
“Hier op het platteland miste je eigenlijk niks. Vooral in de beginjaren ging alles gewoon door. Ik heb alleen nooit leren zwemmen. We hadden in Sloten een mooi zwembad, maar dat werd door de Duitsers in beslag genomen. Dus aan zwemmen ben ik nooit toegekomen. Ook waren er veel bombardementen in de omgeving. Dat was niet leuk. De zuster van mijn vader had een boerderij bij de Nieuwe Meerdijk, vlakbij Schiphol. De Engelsen wilden het vliegveld bombarderen, maar hebben toen per ongeluk die boerderij gebombardeerd. Mijn vader en ik zijn met paard en wagen mijn tante gaan halen. Mijn nichtje was zwaar gewond. De koeien waren bij het bombardement gespaard gebleven en moesten worden ondergebracht. Iedereen in de straat nam een paar koeien van haar over. Zo kon mijn tante na de oorlog weer verder gaan met de boerderij.”

Hoe heeft u de hongerwinter beleefd?
“Omdat wij op het platteland woonden, hadden wij het veel minder moeilijk dan de mensen in Amsterdam. We hadden vlees, melk en een stukje grond. Daar pootten we sla-plantjes en we zaaiden worteltjes. Zo hadden we altijd genoeg te eten. Maar de mensen in de stad hadden wel honger. Daardoor werd er wel eens een beest van het land gestolen om te slachten. Toen hebben de boeren onderling een club opgericht, de boerenwacht. Elke nacht liepen twee boeren rond om de koeien te bewaken.”

Ging u in de oorlog nog naar school?
“De Duitsers namen onze school in beslag, dus daar konden wij geen les meer krijgen. Toen kregen we les bij de hoofdonderwijzer thuis. Aan een grote tafel zaten we bij elkaar. Tussen de stoelen legden we planken, zodat iedereen kon zitten. De ene klas had ‘s ochtends les, de andere ‘s middags. Wij vonden het eigenlijk wel leuk, vooral omdat je minder naar school hoefde. Als we dan ’s ochtends les hadden, waren we ‘s middags lekker vrij.” 

Tijdens het interview

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892