Erfgoeddrager: Lot

‘Die mensen waren gewoon heel aardig’

De 88-jarige Jan Kok komt naar basisschool De Boomgaard in Amsterdam Nieuw-West om daar met Jayen, Lot en Ecem te praten over de oorlog. Hij heeft een plakkaat bij zich dat in die tijd op de muren werd geplakt. De teksten erop zijn in het Duits en in het Nederlands. Het zijn bekendmakingen van de Duitse bezetter. Jan was 5 jaar oud toen de oorlog begon.

Wat deed u moeder voor de Joodse buurtgenoten?
‘Mijn moeder kookte voor mensen die boven ons woonden. Een broer en een zuster. Die waren in de 60. Ze hebben die zuster weggehaald. Dat heb ik gezien. Die broer bleef achter en mijn moeder kookte voor hem. Ik ging elke avond met een bordje eten naar boven voor hem. Wij deden ook boodschappen voor ze, want in de winkels waren Joden verboden. Er was wel ergens in Zuid een markt waar ze naar toe mochten, maar dat was heel ver. Ze mochten niet in de winkels komen en het café en de bioscoop was ook voor Joden verboden. Ik was een Christen jongetje, dus ik mocht de boodschappen wel doen. Wij mochten niet bij Joden komen en zij niet bij ons. Maar daar trokken we ons niets van aan. Het ergste was eigenlijk wat er met de Joodse mensen gebeurde. Dat heeft de meeste indruk op mij gemaakt. Die mensen waren gewoon heel aardig.’

Hoe wist u dat de oorlog begon?
‘Toen de oorlog begon wist je nog niet wat er boven je hoofd hing. Mijn moeder zei de oorlog was begonnen, maar ik had geen idee wat dat betekende. En opeens komen dan die soldaten, die Duitse soldaten, en opeens is er een tank in de straat. Waar ik woonde, bij het Surinameplein, gebeurde eigenlijk niet zoveel. Sommige mensen denken dat er de hele dag geschoten en geknokt werd, maar dat is helemaal niet zo. Het was zelfs een hele saaie tijd. We waren bezet, dus we mochten allerlei dingen niet doen. En alles was op de bon en de kranten mochten alleen schrijven wat de Duitsers wilden. Daarom was de Telegraaf ook na de oorlog verboden, want die schreven wat de Duitsers wilden. De krant was tien jaar lang verboden na de oorlog’.

Woont u nog steeds in hetzelfde huis als toen?
‘Nee, ik woonde toen in de Haarlemmermeerstraat. We hadden een tuin en een schuurtje. Er is een keer een grote scherf gevallen op het dak van het schuurtje, want ‘s nachts vlogen  bommenwerpers over. Die kwamen uit Engeland.  Er waren er wel honderd en die maakten overdag van die witte strepen in de lucht. De Duitsers hadden van die zoeklichten die ze ’s nachts gebruikten. Dan probeerden ze die vliegtuigen te vinden in de lucht, om ze neer te schieten. In de nacht werd er dus wel veel geschoten. Als het heel erg wa,s gingen mijn vader en moeder in de badkamer zitten. Mijn broer en mijn zus ook, maar ik deed net of ik sliep. Ik bleef lekker liggen en dacht: ’Jullie schieten maar. Bekijk het maar.
Ik weet het nog goed; boven onze straat werd een vliegtuig aangeschoten en die is toen gevallen in de Van Bossestraat en die piloot heeft nog een tijd aan zijn parachute boven het Surinameplein gehangen.’

 

Erfgoeddrager: Lot

‘Ineens lag ik in het water’

Wij zijn Ame, Fenna, Lot en Mundo en wij hebben mevrouw Odinot-Bon geïnterviewd over haar herinneringen aan de oorlog. En al was mevrouw Odinot toen nog zo jong, ze kan zich nog een heleboel herinneren. De verhalen die ze vertelde vonden wij heel indrukwekkend.

Waar denkt u als eerste aan als u terugdenkt aan de Tweede Wereldoorlog?
“Aan het verlies van mijn zusje Greetje. Mijn zusje is overleden in november 1944. Ze was heel ziek geworden door difterie en later kreeg ze ook nog kinderverlamming. Er waren in die tijd geen medicijnen om haar te helpen of om de pijn te verzachten.  Ik kan mij haar begrafenis nog goed herinneren. Greetjes kist stond in een koetsje met paard ervoor en werd zo naar de Nieuwe Oosterbegraafplaats gereden. Ik mocht niet bij de begrafenis zelf zijn, kinderen werden in die tijd van dat soort dingen weggehouden. Na de oorlog ben ik met mijn vader gaan kijken bij haar grafsteen.”

Heeft u honger gehad tijdens de oorlog?
“Zelf heb ik geen honger gehad. Mijn vader werkte als pianostemmer en kreeg van klanten niet alleen geld, want daar had je tijdens de oorlog eigenlijk niet zoveel aan, maar ook eten. Soms kreeg hij voor zijn diensten een kool of brood. Daar was mijn moeder dan heel gelukkig mee, ze kon er altijd iets van maken.”

Waar was u tijdens de oorlog?
“Tijdens de oorlog ben ik door onze gereformeerde kerk ondergebracht bij een boerenfamilie in Wieringermeer. Mijn broer Henk en ik gingen er met een boot daar naartoe. Ik weet nog dat ik bovenop mijn koffertje zat te wachten op de boot, een tjalk noemden ze dat. Ik wiebelde heen en weer en plots lag ik in het water, tussen de wal en het schip. Mijn vader heeft mij toen snel uit het water getrokken, op de kant. Ik mocht kletsnat in de kajuit komen en werd in een bedstee gestopt. Het was natuurlijk winter en hartstikke koud. In de bedstee kreeg ik warme melk. Dat was een echt godendrankje! Ik hou er nog steeds van. Henk en ik zaten met honderd andere kinderen in het ruim van die boot. Op het dek was een groot wit kruis geschilderd zodat de vliegtuigen wisten dat er mensen in vervoerd werden. En wonder boven wonder zijn we niet gebombardeerd. Mijn broer en ik zijn in verschillende families ondergebracht om zo de Hongerwinter te overleven. Ik logeerde bij de familie De Engels. In mei, met de bevrijding, kwamen we pas terug naar Amsterdam.”

Hoe herinnert u zich de Bevrijding?
“Ik weet nog goed dat ik terugkwam naar huis en met een strik in mijn blonde haren naar mijn moeder ben gerend. Ik was zo blij! Verder was de bevrijding een groot feest, overal in de buurt waren feestjes op pleintjes en kinderen fietsten op versierde fietsen. Alleen voor mijn moeder was het geen feest. Zij voelde het gemis van mijn zusje nog erger, zij was zo verdrietig. Ze kon het ook niet opbrengen om mijn broer te helpen met het versieren van zijn fiets. Henk heeft toen de Nederlandse vlag uit de standaard gepakt en is daarmee de straat op gegaan. Zwaaiend met de vlag liep hij rond om te vieren dat we waren bevrijd.”

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892