Erfgoeddrager: José

‘We moesten blijven kijken’

Wij zijn Ihssan, Reda en José. Wij hebben meneer Ruurd Kooiman geïnterviewd over de Tweede Wereldoorlog. Hij kon zich nog heel veel herinneren. Dat vinden wij heel bijzonder, omdat hij pas vier was toen de oorlog begon. Hij heeft zijn buurjongetje van de ene op de andere dag moeten missen en was getuige van de executie op de Tugelaweg.

U bent in 1942 in de Transvaalbuurt komen wonen, wat merkte u daar van de oorlog?
“De woning waar wij in gingen wonen, was leeg. Daar hadden Joodse mensen geleefd. Zij zijn allemaal weggevoerd. Dat wist ik toen niet, maar ik heb later achterhaald welk Joods gezin er in ons huis had gewoond. Een gezin met een dochter en zoon. Allemaal afgevoerd en nooit meer teruggekomen. Wij kwamen in de woning omdat hij groter was dan ons vorige huis. Ik herinner me dat we alle ramen moesten dichtplakken met zwart papier, want je mocht niet naar buiten kijken. Op een dag was er veel lawaai en kwamen er Duitsers met veel auto’s de straat in. Mijn broers en ik waren bang en mochten absoluut niet naar buiten kijken. We gingen naar mijn moeders kamer, aan de voorkant van het huis. Daar keken we stiekem door de ramen. We zagen dat de Duitsers de woningen ingingen en Joodse mensen meenamen. Ze werden ingeladen en afgevoerd.”

Uw buurjongetje was Joods, wat is er met hem gebeurd?
“Hij was mijn vriendje waar ik heel veel mee speelde. Opeens was hij verdwenen. Ik weet nog dat je via een ijzeren trap zo bij hen naar binnen kon kijken. Dat heb ik toen gedaan. Alles was leeg. Het hele gezin was weg. Er kwam een verhuisbedrijf dat alles uit het huis weghaalde. De spullen gingen naar Duitsland. Dat gebeurde ook bij anderen in de straat. Ik herinner me het gevoel: eerst lopen de mensen nog op straat en dan zijn ze ineens weg. Allemaal Joodse mensen die via Station Muiderpoort naar concentratiekampen werden gebracht. Allemaal vermoord.”

Hoe komt het dat u de executie op de Tugelaweg heeft gezien?
“In december waren we aan het spelen op de dijk toen er een Duitse auto voorbij kwam. Achterin zaten twee Duitsers. Ik keek de auto na en zag dat hij honderd meter verderop stopte. Ik liep er naartoe, als jongetje van 8 was ik nieuwsgierig. Er werden drie mensen uit de auto gehaald. In een grijs pak met witte klompen. De drie mannen werden neergezet en door vijf Duitsers neergeschoten. Er stond een SS’er bij. Alle mannen vielen neer, maar eentje tilde zijn hoofd nog omhoog. Hij wilde weg, maar kreeg nog een genadeschot. Een vrouw heeft geprobeerd een wit laken over de lichamen te gooien. Dat mocht niet. Wij mochten ook niet weg, we moesten blijven kijken.”

 

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892