Erfgoeddrager: Joosje

‘Geld voor de witlof wilden ze niet, alleen spullen’

Joosje, Jelle en Pepijn van de Matthieu Wiegmanschool in Bergen spraken met de krasse 91-jarige Annie Stoop Ydema. Haar geheugen is nog geweldig goed. Ze was twaalf toen de oorlog begon en heeft die dus heel bewust meegemaakt. Dankzij haar nog enorm goede geheugen kan ze de kinderen veel vertellen.

Waar woonde u in de oorlog?
‘We woonden op de Loudelsweg, tegenover de Roland Holstschool. Naast ons huis was een munitieopslag. Behoorlijk eng; er zal maar een bom op vallen! Ik herinner me nog heel goed dat er op 8 mei 1940 overal Nederlandse soldaten in het dorp liepen. Ik had die dag een verjaardagsfeestje tegenover Kranenburgh, op het burgemeestersveldje. Je wist niet precies wat er ging gebeuren, maar het was natuurlijk heel erg spannend en een beetje eng. Twee dagen later brak de oorlog echt uit. Op 10 mei 1940 werd het vliegveld in Bergen zwaar gebombardeerd door de Duitsers. Het was een hels kabaal, tussen vier en vijf uur in de nacht. “Nu is het echt oorlog!” zei mijn vader.’

Moest u onderduiken?
‘Nee. Alleen jongens vanaf een jaar of zeventien, die werden opgeroepen om in Duitse fabrieken te gaan werken, moesten onderduiken als ze niet weg wilden. Halverwege de oorlog werden alle bewoners uit Bergen wel geëvacueerd. Gelukkig konden wij nog wat langer blijven, omdat mijn vader een aannemersbedrijf had. In 1944 moesten we alsnog, ik was toen vijftien. We gingen naar familie in Amsterdam-Noord en hebben daar die ellendige Hongerwinter moeten meemaken. Samen met mijn oom of vader fietste ik flinke afstanden, helemaal naar Bovenkarspel bijvoorbeeld, om eten te halen. Een keer werd mijn oom aangehouden en moest hij al het eten inleveren. We gaven spullen in ruil voor eten. Ook mijn geliefde poppenwagen, in ruil voor een krat aardappelen. De pop die erin heeft gelegen heb ik nog. Geld wilden de boeren overigens niet. Daar had je niks aan in die tijd. Zo lukte het me niet om witlof, waar ik dol op ben, in Hoorn te kopen met geld, omdat ik niks meer had om te ruilen.’

Hoe was de Bevrijding?
‘Ik was zestien en woonde nog in Amsterdam. Op 7 mei was er een bevrijdingsfeest op de Dam, waar ook Canadese soldaten waren. Samen met een vriendin ging ik de stad in. De Dam stond vol met mensen en iedereen was uitzinnig van blijdschap. Plotseling klonk er gekletter. Duitse soldaten schoten vanuit een gebouw met machinegeweren op de mensenmassa. Vlak voor mijn neus werd een jongen door zijn hoofd geschoten. Iedereen vluchtte in paniek weg, ook mijn vriendinnetje, die ik niet meer kon vinden. Voor ons liep het goed af die dag. Alleen niet voor mijn vader later. Hij kon de ellende van de oorlog geestelijk niet verwerken en is in 1946 overleden.’

       

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892