Erfgoeddrager: Jewel

‘Altijd sterk en verstandig’

Wij vonden mevrouw Dolly Rouwers een hele leuke vrouw. Ze had cakejes gebakken en gaf ons alle drie na afloop een zelfgemaakt armbandje met sterren. Haar moeder was Joods en haar vader Duits, waardoor ze zelf geen ster hoefde te dragen. Haar moeder moest dat wel en toen ze die een keer niet op had, werd ze verraden en opgepakt. Gelukkig kwam ze na tien dagen vrij.

U was nog erg jong, wat merkte u van de oorlog?
“De herinneringen die ik heb en de verhalen die me verteld zijn over de oorlog lopen een beetje door elkaar, maar ik weet nog goed dat ik niet bang was. En ik weet nog dat er bombardementen waren op de Apollolaan, vlakbij ons huis. We gingen toen met mijn moeder in het trappenhuis staan, want we hadden gezien dat portalen van huizen altijd overeind bleven. Mijn moeder was altijd heel sterk en verstandig en liet haar eigen angst of verdriet zo min mogelijk aan mij en mijn vijf jaar oudere zus blijken. Mijn oppas Hanny werd meegenomen door de moffen, zo noemden wij hen, maar het moment zelf kan ik me niet meer herinneren. Hanny was Joods en kwam uit Duitsland, ze had al eens moeten vluchten. Ze werd uiteindelijk meegenomen op transport en is nooit meer teruggekomen. Ze heeft me nog een kaartje gestuurd voor mijn verjaardag. Het was in blokletters geschreven zodat ik het goed kon lezen, ik vond het zo lief dat ze tussen alle vreselijke ellende door de tijd had genomen een kaartje naar me te schrijven.”

Hoe heeft u de Hongerwinter ervaren?
“Mijn ouders hadden een slagerij, mijn vader was worstenmaker van beroep en had daarom een heleboel kruiden. Hij ging weleens op pad om producten te ruilen met boeren, die dan weer aardappelen hadden zodat we genoeg te eten zouden hebben. Mijn moeder kon  goed koken, zij deed erg haar best voor ons. In de gevangenis kreeg ze hele vieze soep, die at ze toch op; ze moest en zou overleven voor ons. Eens hadden we suikerbieten te pakken gekregen en juist die liet mijn moeder aanbranden. Maar dat maakte niet uit, want verder zorgde ze altijd erg goed voor ons.”

Hadden jullie enig idee wanneer de oorlog afgelopen zou zijn?
“Er gingen natuurlijk wel geruchten dat de bevrijding er aan zat te komen, maar zeker wisten we het niet. Ik weet nog zo goed dat een jongen die ondergedoken zat zomaar de straat op rende, hij dacht dat het kon. Hij is toen vlak voor de Bevrijding door de Duitsers doodgeschoten, ik vond dat vreselijk. Ze hebben hem in het café op het biljart gelegd. Ik heb het niet gezien, maar ik herinner me de gebeurtenis als eentje vol ontzetting. Toen we wel bevrijd waren, reden de Canadezen door de straten en gaven ons chocolade en kauwgom, dat was echt een feest. En ik weet nog dat ik voor het eerst weer een banaan at: ‘wauw!’.”

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892