Erfgoeddrager: Ingmar

‘’Mijn vader wist al al op vroege leeftijd wat er met Joden stond te gebeuren’’

“Als we maar niet per ongeluk gaan lachen terwijl ze ons filmen”, zeggen Nikata, Walid en Ingmar van de IJpleinschool in Amsterdam-Noord in de auto op weg naar het interview met Carolien van den Berg. Het televisieprogramma Eén Vandaag maakt straks opnames van het interview voor een item over de fabriek Hollandia-Kattenburg in Amsterdam-Noord, waar tijdens de oorlog zo veel Joden werden weggehaald. De Joodse vader van Carolien van den Berg werkte ook in de fabriek en over hem, Bob van den Berg, zal ze vertellen. Dat er televisieopnames worden gemaakt van het interview, maakt het extra spannend voor de kinderen. Gelukkig gaat alles goed. Bovendien heeft Carolien heerlijke taart en koekjes in huis gehaald dus de spanning is ook weer snel weg.

 

Waar woonde uw vader tijdens de oorlog?
“Mijn vader woonde met zijn moeder en zijn broer Jo in de Waalstraat in Amsterdam-Zuid, een Joods gezin. Ze hadden erg weinig geld. Om een extra centje te verdienen, had zijn moeder al vóór de oorlog van hun huis een soort pension gemaakt om Duitse Joden op te vangen die hun land waren ontvlucht. Hierdoor wist Bob al op vroege leeftijd wat er met Joden stond te gebeuren onder Hitler. Dat was niet goed. Hij zag ook de littekens van martelingen die de logés op hun rug hadden. Vanwege al die Duitstalige gasten kon mijn vader vrij goed Duits praten, wat hem later nog van pas zou komen.”

Hoe heeft uw vader de razzia van 11 november 1942 in Hollandia-Kattenburg overleefd?
“Mijn vader was best jong, 19 jaar, toen de Duitsers de fabriek in Amsterdam-Noord kwamen binnenvallen. Alle Joodse werknemers en hun familieleden werden opgepakt en in treinen naar Westerbork gestuurd. Mijn vader had al een vermoeden dat dit niet goed zou aflopen. Hij nam een dapper besluit, sprong uit de trein en rende heel hard weg. De trein stopte nog, maar de Duitsers hebben hem niet meer kunnen pakken. Hij heeft toen een andere naam aangenomen en heeft zich samen met Hans Kattenburg, de zoon van de fabriekseigenaar die ook was ontsnapt, vrijwillig aangemeld om in Duitsland te gaan werken. Zo hoopten ze dat ze niet zouden worden opgepakt. Dat is hun redding geweest. In Duitsland kreeg Bob verschillende baantjes in fabrieken en hotels en omdat hij zo goed Duits praatte en zo aardig was, hebben ze nooit ontdekt dat hij Joods was.”

Waar ging uw vader heen toen de oorlog voorbij was?
“Toen Nederland was bevrijd, reisde mijn vader met een groepje Nederlanders terug naar Amsterdam. Maar eenmaal aangekomen in de Waalstraat, bleken er al andere mensen te wonen in zijn ouderlijk huis. Het was zijn huis helemaal niet meer. Pas veel later hoorde hij dat zijn moeder was opgepakt en vermoord in Auschwitz en zijn broer Jo is doodgeschoten in het kamp in Sobibor. Mijn vader heeft hier met mij nooit over kunnen praten.”

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892