Erfgoeddrager: Ian

‘Mijn vader voedde me op met het idee dat Nederlanders beter waren’

Genealle, Shenaylee, Runsienetly en Ian spreken met Waldy Neijhorst over zijn jeugd in Suriname en vertrek naar Nederland. Hij moest wel even wennen aan zijn nieuwe woonplek, vertelt hij aan de leerlingen van de Open Schoolgemeenschap Bijlmer in Amsterdam-Zuidoost. Maar nu vindt meneer Neijhorst het fijn om hier te wonen, ook omdat hij zich in Nederland heeft kunnen ontwikkelen.

Waar bent u geboren?
‘Ik ben geboren op Curaçao, maar kom van Surinaamse ouders. Toen ik 13 was, verhuisden we naar Suriname, en later – toen ik wilde studeren – ging ik naar Nederland. Ik vond het niet leuk om te verhuizen omdat ik mijn vertrouwde plekje in Suriname moest achterlaten. In Nederland kende ik maar weinig mensen en moest ik op een kamer leven terwijl we in Suriname een groot erf hadden. Het heeft een jaar geduurd voordat ik me echt thuis voelde, ook omdat ik mijn vader en moeder had moeten achterlaten in Suriname. Maar mijn studie en het studeren vond ik heel leuk.’

Hoe zag uw jeugd eruit?
‘Mijn moeder werkte niet, of althans… ze werkte in huis: kleren wassen, koken, ze was streng voor me. Ik had ook een hele strenge vader, ik moest doen wat hij wilde. Gelukkig zat ik op basketballen, dat kon ik best goed, en daar kon ik mijn ei kwijt. Op het basketbalveld hoefde ik niet zo te denken aan mijn vader. Hij heeft me opgevoed met het idee dat Nederlanders veel beter waren omdat ze intelligenter zouden zijn en alles wisten. Dus ik kwam naar Nederland met het idee dat Nederlanders veel beter en slimmer waren dan de mensen in de kolonie. Totdat ik naast een jongen in de klas zat en merkte dat die jongen niet kon rekenen. Hij vroeg alles aan mij. Ik werd helemaal gek in mijn hoofd… mijn vader had me toch geleerd dat Nederlanders alles beter konden?’

Wat voelde u toen u voor het eerst de sneeuw in Nederland zag?
‘Ik dacht, wow, ik zit in een grote koelkast… want de sneeuw die ik had gezien lag in mijn moeders koelkast. Het was een hele rare gewaarwording om witte vlokken uit de hemel te zien vallen. Ik woon nu al heel lang in Nederland en het valt me wel op dat ik minder goed tegen de kou kan.’

Wat vindt u van Nederland nu?
‘Ik hou van Nederland. Nederland heeft ervoor gezorgd dat ik me beter kon ontwikkelen. Ik woon ook al heel lang in Nederland, al 40 jaar. Ik woon langer hier dan dat ik in Suriname heb gewoond.’

Erfgoeddrager: Ian

‘‘Ik ben de oorlog in gegaan met twee Joodse vaders’’

Wij zijn Alliyah (10), Ian (11) en Vinnie (11) van de Brede School Annie M.G. Schmidt en wij hebben Max van den Berg geïnterviewd. Max was dertien toen de oorlog begon en woonde tijdens de bezetting in de Kinkerbuurt in Oud-West. Hij is het kind van een christelijke moeder en een joodse vader.

 

Uit wat voor een familie komt u?
‘Ik had twee vaders, omdat mijn ouders gescheiden waren en mijn moeder hertrouwd was. Mijn beide vaders waren Joods en werkten in de diamantfabriek van Asscher in de Tolstraat in Amsterdam. Ik heb altijd goed contact gehouden met mijn eerste vader, totdat hij moest onderduiken. Hij kwam op 22 juni 1941 afscheid nemen in de De Clercqstraat. Ik herinner me die dag nog goed. Zelf zat ik in het verzet. Het was heel gevaarlijk, maar als je veertien bent denk je daar niet over na. Ik heb ook meegedaan aan de Februaristaking van 1941. Ik vond het niet juist dat onze joden werden meegenomen. We zijn niet allemaal gelijk, maar we zijn wel allemaal gelijkwaardig. Daarom blokkeerden mijn vrienden en ik de trambaan met schooltassen. Van de directeur van de school moesten we weer naar binnen, maar dat deed ik niet.’

 

Was het gevaarlijk om joodse familie te hebben?
‘Mijn tweede vader werd opgepakt en naar de rechtbank gebracht omdat hij in het verzet zat. Mijn oom, tante en neefje waren bij ons ondergedoken omdat zij joods waren. Zij zijn verraden, opgehaald en nooit teruggekomen. Mijn tweede vader mocht uiteindelijk naar huis, maar hij moest wel dwangarbeid op Schiphol verrichten. De Nazi’s wilden niet dat er nog joodse kinderen geboren zouden worden, daarom moest mijn tweede vader gesteriliseerd worden. Uiteindelijk is dat nooit gebeurd. Dokters die ook in het verzet zaten hebben daarvoor een valse verklaring uitgegeven.’

 

Heeft u na de oorlog uw echte vader weer gezien?
‘Ik had geen idee waar hij was ondergedoken, omdat hij dacht dat het voor mij veiliger was als ik het niet wist. Toen de oorlog voorbij was ging ik naar het station om te kijken of hij op de lijst stond van mensen die teruggekeerd waren uit de concentratiekampen. Mijn vader stond er niet op en daarom dacht ik dat hij in één van de kampen overleden was. Twee jaar geleden kreeg ik te horen wat er echt met mijn vader was gebeurd. Het bleek dat hij nooit is opgepakt. Hij had in Nijmegen ondergedoken gezeten in de meubelwinkel van zijn nieuwe vrouw. Na de bevrijding van Nijmegen in 1945 schoten de Duitsers vanuit Arnhem met granaten op de stad, waardoor mijn vader gewond raakte terwijl hij schuilde in de kelder. Twee dagen later overleed hij in het ziekenhuis. Ik ontdekte ook dat mijn vader in Nijmegen begraven ligt. Over twee weken gaan we voor het eerst kijken bij zijn graf. Het heeft 68 jaar geduurd voordat ik wist wat er met mijn vader was gebeurd. Ik kreeg koude rillingen toen ik het verhaal hoorde.’

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892