Erfgoeddrager: Heaven

‘‘Mijn vader werd aan zijn stropdas meegesleurd naar buiten’’

Omarion, Heaven en Mo luisteren aandachtig als Anna Haverkamp vertelt hoe alle bomen in het Vliegenbos in de oorlog werden gekapt zodat buurtbewoners nog wat konden stoken in de kachel. De kinderen hadden vooraf al veel vragen bedacht. “Maar”, zegt Heaven trots na afloop van het interview, “we hebben geen een keer door elkaar heen gepraat!”  De meeste indruk maakten de verhalen over de honger. Mo en Omarion proberen te bedenken hoe het is om zelf elke dag suikerbiet te moeten eten.

 

Wat vond u het spannendst aan de oorlog?
“Toen Duitse soldaten een razzia hielden in Noord. Alle mannen uit de buurt werden bijeengedreven want ze moesten werken voor de Duitsers. Mijn vader was gelukkig al te oud dus die hoefde niet mee. Tijdens die razzia zaten wij te eten in de eetkamer, totdat er plots een jongen bij ons aanbelde. Hij was bang en kwam bij ons in de gang schuilen. Alleen had hij de voordeur per ongeluk open laten staan. Zo kon er een tweede man achter hem aan bij ons binnenkomen. Maar die man werd gevolgd door een Duitse soldaat die ook kwam binnenstormen. Dus eerst die jongen, toen die man en toen die Duitse soldaat. En mijn moeder bleef maar roepen: ‘Laat ons met rust… we zitten te eten’. Maar het was al te laat. Niet alleen die man werd opgepakt, maar ook mijn vader werd meegesleurd aan zijn stropdas. Gelukkig kwam mijn vader de volgende dag weer thuis, maar die man is echt naar het politiebureau op de Tolhuisweg gebracht.”

Heeft u weleens een bombardement meegemaakt?
“Jazeker, dan ging eerst altijd het luchtalarm af als een soort waarschuwing. Als we op school zaten tijdens het luchtalarm, dan moesten we allemaal naar de gangen. We hadden een meester die heel goed kan zingen en dan moesten we allemaal heel hard met hem meezingen want dan hoorde je het luchtalarm niet. Dat was eigenlijk best grappig. En als ik thuis was tijdens het luchtalarm, gingen we met het hele gezin op de trap staan. Want als er gebombardeerd werd, bleef het trappenhuis meestal wel overeind. Van mijn moeder moesten we dan onze mooiste schoenen vasthouden voor als er iets gebeurde. Maar toen er een keer echt bommen werden gegooid op Noord, schreeuwde mijn moeder ‘gooi maar neer je schoenen’ en renden we naar buiten. Als we maar weg waren van de bommen.”

Wat at u tijdens de oorlog?
“In de loop van de oorlog was er een tekort aan voedsel. Toen aten we alle dagen suikerbiet. Soms vermengd met wat rode biet of worteltjes uit ons eigen moestuintje. We aten ook aardappelschillen, dat kan je je nu niet meer voorstellen he? Ja, wat had ik een honger tijdens de oorlog. Soms fietsten mensen over de Adelaarsweg richting het noorden om daar eten te zoeken. Op de terugweg verloren ze dan weleens een bruine boon. Mijn vriendinnetje en ik zochten op de Adelaarsweg naar deze verloren boontjes. Als we die vonden, stopten we ze in een papieren puntzakje. Met Sinterklaas had ik een heel puntzakje bij elkaar gespaard. Wat mijn moeder ervan gemaakt heeft, weet ik niet meer.”

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892