Erfgoeddrager: Fikret

‘Wij pakten elke keer stiekem een handje rauwe erwten om op te eten.’


Annie van Belle – Tuinman is 7 jaar als de oorlog begint. Ze heeft toen geleerd dat je voor een ander wat over moet hebben. Je leeft niet alleen voor jezelf.  Ze vindt het vreselijk wat er nu allemaal in de wereld gebeurt. Dat mensen worden opgepakt of vermoord om wie ze zijn.

Zaten er bij u in huis mensen ondergedoken?
Mannen tot 45 jaar werden opgeroepen om te werken voor de Duitsers. Onze buurman was 40 jaar. Hij had aan mijn moeder gevraagd of hij een tijdje bij ons op zolder mocht slapen. De Duitsers hielden namelijk razzia’s, ze gingen alle huizen af op zoek naar onderduikers. Je hoorde ze met die grote zware laarzen door de straten lopen. Dan wisten we dat ze huiszoekingen gingen doen. Maar op een gegeven moment kwam hij niet meer bij ons, want het was inmiddels bekend dat hij bij ons zat ondergedoken. Toen is hij in de kelder van zijn eigen huis gaan zitten. Zijn vrouw had daar een matras neergelegd. De Duitsers kwamen weer en de buurvrouw hoopte dat haar man niet van angst naar boven kwam. Maar hij deed het kelderluik open en gaf zich over. Hij had de zware laarzen van de Duitsers gehoord en dacht: als ik me niet aangeef lopen we de kans dat het hele gezin naar Duitsland moet. Hij is meegenomen door de Duitsers.

Hoe heeft u de Hongerwinter ervaren?
Het was een akelige tijd. Je kon niets meer kopen of ruilen. Als je geen boeren familie had, dan had je niks. Wij hadden dus helemaal niets te eten, dat was heel erg. Ik weet nog wel dat mijn moeder een keer erwtjes op de zolder had neergelegd om te drogen. Wij wisten dat en pakten elke keer stiekem een handje rauwe erwten om op te eten. We kregen allemaal enorme zweren op onze vingertoppen. We zijn daarmee naar de dokter gegaan en die vroeg wat we hadden gegeten.  Hij zei dat hij het begreep, maar dat het heel ongezond is. Rauwe erwten zorgen voor giftige stoffen in je lijf.

Wat is er met uw vader gebeurd?
Tijdens de hongerwinter was mijn vader naar Amsterdam gereden op een fiets met houten banden, om bij een vriend nog een broodje te krijgen. Maar zij hadden ook niets. Toen hij terug kwam was hij zo dood- en doodmoe dat hij op bed is gaan liggen. Na een paar dagen had hij hele dikke voeten. Mijn vader zei: ‘Oh gelukkig, dan word ik beter.’ Maar hij was zo vreselijk mager dat we de dokter hebben laten komen. De dokter werd boos en hij vloekte. Mijn vader vond dat hij niet mocht vloeken en vroeg wat er aan de hand was. Daarop antwoordde de dokter: ‘Je kan niet meer beter worden, je hebt hongeroedeem’. Al het vocht in zijn lichaam was naar zijn voeten getrokken. Maar we hadden geen eten voor hem. Na een paar dagen is hij overleden.

 

 

 

 

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892