Erfgoeddrager: Ferdi

‘Tien dagen werd mijn moeder vastgehouden in de Euterpestraat’

Dolly Rouwers was vier jaar oud toen de oorlog begon. Haar ouders hadden een gemengd huwelijk: haar moeder was Joods, haar vader Duits. Tijdens de oorlog heeft ze veel familieleden verloren. Aan Ferdi, Flim en Mare van de 3e Daltonschool vertelt ze over haar herinneringen.

Was u bang tijdens de oorlog?
‘Nee, ik zat in een heel bevoorrechte situatie. Mijn moeder was met een niet-Joodse man getrouwd waardoor wij niet hoefden onder te duiken. Ik ging nog vrij lang naar school en probeerde een normaal leven te leiden. Mijn ouders hadden een eigen slagerij waardoor er bij ons altijd eten was. Soms ging mijn vader op de fiets naar tuinders en ruilde hij vlees uit de winkel voor ander voedsel. Mijn moeder was heel zorgzaam en gaf mijn zus en mij heel veel liefde. Daardoor heb ik tijdens de oorlog nooit angst gekend.’

Welke herinnering van de oorlog is u het meeste bijgebleven?
‘Wat mij al die jaren is bijgebleven, is dat sommige meisjes op straat kaal werden geschoren. Deze meisjes waren tijdens de oorlog bevriend geraakt met Duitse soldaten; dat gebeurde nou eenmaal. Na de oorlog werden zij hierop aangesproken en werd er gezegd dat ze vriendschap hadden gesloten met de vijand. Om hen hierop af te rekenen werden ze op straat, in het bijzijn van anderen, kaalgeschoren. Ik heb dat één keer met mijn eigen ogen gezien en vond dat zó vreselijk. Dat had nooit mogen gebeuren. Dat scheren gebeurde vaak ook nog eens door mensen die zelf slechte dingen hadden gedaan tijdens de oorlog.
Ook herinner ik mij de bevrijding en de enorme vreugde die er toen was nog goed. Door de Van Woustraat reden tanks waaruit Canadese soldaten kauwgum aan ons uitdeelden.’

Hoe was het voor uw ouders dat de Duitsers tegen de Joden waren?
‘Mijn moeder was Joods, mijn vader niet. Hij was een Duitser. Voor beiden was het natuurlijk verschrikkelijk dat er zoveel Jodenhaat was. Vanwege het gemengde huwelijk van mijn ouders waren wij veiliger. Wij hoefden niet onder te duiken zoals vele andere Joden wel moesten. Toch is mijn moeder op een dag gevangen genomen door Duitse soldaten. Het schijnt dat iemand heeft verlinkt dat ze op haar jas die ze tijdens het werk in de slagerij aan had, geen Jodenster droeg. Door iemand te verlinken kon geld verdiend worden. Kopgeld heette dat. Tien dagen werd ze vastgehouden in de gevangenis aan de Euterpestraat. Mijn vader had verschillende Duitse contacten waardoor hij haar vrij heeft kunnen krijgen.’

Wat heeft u geleerd van de oorlog?
‘Ik ben al mijn hele leven heel zorgvuldig met eten. Ondanks dat er bij mij thuis altijd voedsel was, moesten we tijdens de Hongerwinter het eten dat we hadden zo optimaal mogelijk benutten. Niks werd weggegooid. Tot op de dag van vandaag schraap ik bijvoorbeeld nog net zo lang een pakje boter leeg totdat er écht niks meer inzit. Anderen vinden het misschien overdreven, maar ik kan niet anders. Dit heb ik van kleins af aan al meegekregen. Ook heeft de oorlog mij geleerd dat er niet naar de kleur of het geloof van iemand gekeken moet worden. Dit zegt namelijk niks over of iemand goed of slecht is. Kon ik dat iedereen maar eens bijbrengen.’

               

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892