Erfgoeddrager: Evelyna

‘”In de Kinkerstraat, daar ligt een bom! Kom je kijken?”’

Wij zijn Anne en Evelyna en wij interviewden meneer Berendse. Hij woonde met zijn ouders en twee broers op de eerste verdieping van de Da Costakade 147. Tijdens de oorlog werd de straat de Gouverneurskade genoemd. De nazi’s vonden dat de naam veranderd moest worden omdat Da Costa een Joodse naam was. Meneer Berendse was 10 jaar toen de oorlog begon.

Ging u tijdens de oorlog naar school?
‘Ik zat op school in de Potgieterstraat. In de winter deelden we het gebouw met een andere school. Wij hadden ’s ochtends les en ’s middags de andere klas, want dan hoefde de kachel maar in één school gestookt te worden. Maar aan het einde van de oorlog was de brandstof op. Tijdens de Hongerwinter was de school daarom helemaal dicht. Na de oorlog moesten we nog een paar jaar extra naar school, omdat we zoveel gemist hadden. Maar misschien was het ook wel om ons van de straat te houden. In de oorlog waren onderwijzers verplicht om Duitse les te geven. Dat vonden we natuurlijk niet leuk. Onze meester ook niet. Hij leerde ons een kort Duits liedje, dat we dan konden zingen als de school gecontroleerd werd. Dat was klein schoolverzet. We leerden geen Duitse woordjes of tafels, maar alleen dat liedje.’

Wat deed u als u niet naar school ging?
‘We waren dan vooral op straat te vinden. Als er wat gebeurd was, gingen we kijken. Op een dag was er een bom gevallen in een behangwinkel. Mijn vriendjes kwamen het vertellen: “In de Kinkerstraat, daar ligt een bom! Kom je kijken?” Die bom was zo door het dak en alle etages heen in de kelder gevallen, maar niet ontploft. Je zag die hele bom zo liggen! Dat kan je je nu toch niet voorstellen? Ook gingen we kijken toen mannen in de Kinkerstraat een tram om probeerden te kieperen tijdens de Februaristaking. Het trampersoneel staakte, maar de machinist van deze tram niet. Hij was dus een verrader! Al snel kwam de Grüne Polizei en moest iedereen vluchten. Toen gingen alle voordeuren in de Kinkerstraat open. De bewoners trokken ze met een touwtje open. En zo kon iedereen snel zijn eigen huis in vluchten.’

Was u wel eens bang tijdens de oorlog?
‘Nee, we waren niet bang. Als het luchtalarm ging, rende je snel naar huis om in het trappengat te gaan zitten, want dat zou de veiligste plek in huis geweest zijn. Of je schuilde onder een brug of je zocht een plek in een schuilkelder. Maar vooral tegen het einde van de oorlog, toen ’s nachts de vliegtuigen van de Amerikanen en de Engelsen overvlogen om Duitsland te bombarderen, was het heel normaal dat we gingen kijken. Als er hevig werd geschoten met afweergeschut was ik vast wel eens bang. Zelfs het ziekenhuis werd gebombardeerd, omdat daar ook Duitse soldaten ingekwartierd waren. Maar ik kan me niet herinneren dat ik heel angstig was. Daar waren we misschien nog wat te jong voor. Gelukkig maar.’

 

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892