Erfgoeddrager: Eva H.

‘Op school leerden we weinig over Suriname en veel over Nederland’

Eva K., Louise en Eva H. van het St. Ignatiusgymnasium gingen langs bij Yvonne Terborg, geboren en opgegroeid in Suriname en al tientallen jaren woonachtig in Amsterdam. In haar huis in de Stadionbuurt vertelt zij de derdejaars leerlingen over haar jeugd in Suriname en hoe ze Nederland ervaarde toen zij er in 1980 kwam wonen.

Hoe was uw jeugd in Suriname?
‘Mijn vader was evangelist in de binnenlanden van Suriname en verkondigde daar het woord van God. Mijn ouders onderwezen mij, mijn twee zussen en vier broers zelf. Toen ik naar school moest, kon dat alleen in Paramaribo, waar je goede scholen had. In een kleine peddelboot – een koreaaltje genaamd – gingen we daar in anderhalve dag varen naartoe. In Paramaribo woonden we bij tantes – soms hele strenge – en mijn ouders kwamen één keer per jaar voor een paar weken langs. Dan waren we weer allemaal even samen. Als ik dan tegen hen klaagde, zorgde mijn vader dat ik bij een andere tante kon wonen. Op school moesten we Nederlands spreken; onze eigen taal mocht niet. Surinaams is eigenlijk een mengelmoes van talen, omdat er door de jaren heen onder andere Afrikanen, Hindoestanen en Javanen als slaven en later als arbeiders naar Suriname zijn gehaald. We leerden veel over Nederland en de ‘Vaderlandse geschiedenis’. Met aardrijkskunde moesten we de Nederlandse provincies, hoofdsteden en rivieren leren. Over Suriname zelf leerden we heel weinig, wat eigenlijk raar was. Als Surinamers dan hier in Nederland kwamen, wisten ze heel veel over Nederland. Dat was dan wel weer heel grappig.’

Wanneer bent u in Nederland komen wonen?
‘Ik kwam in 1980 voor een opleiding tot schoonheidsspecialiste naar Nederland. In 1975 was ik ook al eens hier geweest. Vanaf mijn kindertijd was ik benieuwd naar hoe het in Nederland zou zijn. Naar de windmolens die in onze schoolboekjes stonden, naar de schaatsende kinderen. Mijn broer, die al in Nederland woonde, heeft mij daarom een keer meegenomen naar Volendam. Daar ben ik met  klederdracht op de foto gegaan. Omdat het in die tijd, na de Decembermoorden, heel onrustig werd in Suriname, heb ik ervoor gekozen om in Nederland te blijven.
Hoewel ik in Suriname geboren en opgegroeid ben, beschouw ik mijzelf als Nederlander. Ik ben een Nederlander met Surinaamse afkomst, benadruk ik altijd. Als mensen zeiden dat Surinamers terug naar hun eigen land moesten, begreep ik dat niet; wij zijn ook Nederlandse burgers. Als koningin Juliana vroeger naar Suriname kwam, was het altijd groot feest. Dan gingen we naar het Oranjeplein en moesten we een vlag vormen met onze rode, witte en blauwe kleren. We stonden daar te branden in de zon maar je deed het toch want het was de koningin. Dan moesten we het volkslied zingen en werd de Nederlandse vlag gehesen. We zwaaiden met vlaggetjes. De koningin was heel geliefd bij ons in Suriname. In 1975 is de naam van het Oranjeplein veranderd in Onafhankelijkheidsplein. En in het paleis op het Oranjeplein waar de gouverneur woonde, ging de president wonen.’

Waaraan denkt u als u aan koloniale sporen denkt?
‘In Suriname zijn nog veel koloniale sporen te zien. Neem bijvoorbeeld de straatnamen: de Herenstraat, de Domineestraat,  de Jan Steenstraat, en ook is er de Kathedraal. Ook in de mensen zie je sporen. Vroeger was huidskleur bepalend. Hoe lichter je was en hoe stijler je haar, hoe meer kans je had op een baan. Als je bijvoorbeeld naar een bank ging, zaten er achter de loketten altijd vrouwen met stijl haar en lichte tint. Dat vond ik heel jammer. Maar omdat er overal mensen vandaan gehaald zijn en men onderling trouwde, ontstond er een mengeling. Nu zijn er zwarte mensen met stijl haar, met halfstijl haar en ook witte mensen met kroeshaar en worden de kansen voor de verschillende groepen wat meer gelijk. Als ik mezelf vergelijk met de generaties voor mij realiseer ik me dat ik het niet beroerd heb gehad. Ik kom altijd nog graag in Suriname. Suriname is mijn thuis, maar in Nederland staat mijn huis, zeg ik altijd. Ik hoef gelukkig niet te kiezen tussen één van beide.’

         

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892