Erfgoeddrager: Esmeralda

‘Over Suriname leerden we bijna niets’

Tatum, Esmeralda en Simon interviewen de 88-jarige Sofia Helder-Neslo bij haar thuis in De Pijp, niet ver van het Montessori Lyceum. De voordeur is aan een lange, gezellige galerij, die op een waranda lijkt, met houten vloer en voor alle bewoners tafels en zitjes voor de deur.

Hoe was uw kindertijd?
‘Ik ben geboren in Paramaribo en we waren met z’n zevenen thuis. Mijn school was een uur lopen van huis. Ik had van acht tot één uur les en ’s middags speelde ik buiten op het erf of maakte ik mijn huiswerk. Er zaten Javaanse, Hindoestaanse en Creoolse kinderen op school, geen Hollandse. Verschil tussen de kinderen was er niet. We speelden met elkaar en woonden vlakbij elkaar. Wel hadden we allemaal onze eigen taal, maar op school spraken we alleen Nederlands. Mijn moeder zei altijd dat we Nederlands moesten praten want dan zou het beter gaan op school. We leerden over de Nederlandse geschiedenis en topografie. Over Suriname leerden we eigenlijk bijna niets. Dat vonden we heel gewoon. Toen ik zeven was overleed mijn moeder, op 37-jarige leeftijd, aan een longontsteking. Vanaf die tijd zorgde mijn oma voor ons. Na de lagere school heb ik niet verder geleerd. Ik moest in het huishouden helpen en voor mijn jonge broertje zorgen.’

Kunt u iets vertellen over uw afkomst?
‘Mijn vader was Chinees en mijn moeder Surinaams.  Mijn opa is uit China naar Suriname gekomen om te werken, en is ook weer teruggegaan. Ik heb hem niet gekend. Ik heb geen Chinese achternaam. Mijn achternaam Neslo heb ik van mijn stiefvader, die me heeft geëcht. Ik weet niet of ik op mijn vader lijk, maar volgens mij wel op mijn moeder. Mensen zeggen altijd dat ik boos kijk, maar ik ben helemaal niet boos. Maar dat zeg ik niet, ik ben geen prater. Als kind niet en nog altijd niet. Ik heb een foto aan de muur hangen waar ik op sta met mijn zussen en broer. Alleen mijn broer leeft nog, maar hij woont in Suriname.’

Wanneer bent u naar Nederland gekomen?
‘Mijn man werkte in Amsterdam als metselaar en liet mij en onze kinderen in 1974 overkomen. Ook mijn kinderen wonen allemaal in Amsterdam. Ik heb 42 kleinkinderen. Ik ken ze allemaal, maar ik kan niet alle namen onthouden. Ik vind het fijn om in Nederland te wonen. Scholen zijn hier ook beter dan in Suriname. Wel houd ik meer van Surinaams eten. Ik koop het in toko’s en op de markt. Lekker is antrouwa of kousenband met zout vlees; dat maak ik graag.’

                   

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892