Erfgoeddrager: Driss

‘De piano hing in de bomen’

Meneer Ruud Has was zes jaar toen de oorlog begon. Omdat hij zo jong was, merkte hij eerst niet zo veel van de oorlog. Pas later besefte hij wat oorlog echt betekende.

Wanneer wist u dat het oorlog was?
“Mijn vader had afgesproken met mijn zus in Breezand dat wij daar op vakantie zouden gaan. Die donderdag was het schitterend weer, we gingen op de fiets naar Breezand. Ik herinner me dat het onderweg keihard begon te regenen, maar we besloten toch door te fietsen. Zaterdag 17 juli kreeg mijn vader ineens een heel raar telegram. Daarin stond dat hij terug naar Amsterdam moest komen want de hele Varenweg lag plat. Mijn ouders zijn op de fiets teruggegaan naar Amsterdam. Ik bleef achter bij mijn oom en tante. Later ben ik ook naar Amsterdam gekomen en zag ik dat ons huis er niet meer was. Onze piano hing zelfs verderop in de boom. We hadden niks meer, behalve onze kerstballen! Die lagen altijd goed opgeborgen onder de vloer. Ik hoorde toen ook dat mijn vriendje Atti was omgekomen bij het bombardement. Ik voelde voor het eerst wat oorlog betekende.”

Wat gebeurde er na het bombardement?
“We moesten ergens anders wonen, er was niks meer over van ons huis. Eerst ging ik naar mijn opa en oma in Betondorp. In november 1943 zijn we naar Amsterdam-Zuid verhuisd. Daar stonden heel veel huizen leeg, allemaal van Joodse families die waren afgevoerd. In zo’n huis konden wij wonen. Er lagen nog veel spullen van de vorige bewoners, ik vond het boekje van Betty, het meisje dat daar eerst woonde. Later kwam ik erachter dat zij om het leven is gekomen in een kamp.”

Wat herinnert u zich van de Hongerwinter?
“We konden eten halen bij de gaarkeuken. Ik weet nog dat ik een keer eten ging halen en toen languit ben gevallen in de gang in de gaarkeuken. Ik haalde eten in zo’n emaille pannetje en daar zaten nu allemaal losse schilfers in. Met dat pannetje met eten ben ik naar huis gegaan, maar mijn ouders zeiden dat we het nu niet meer konden eten. Elke avond kwamen er mensen langs de ramen omdat ze heel graag eten wilden. Mijn ouders gaven dat pannetje met eten toen aan een man die voor ons raam stond. Hij at het in een keer achter elkaar op omdat hij zo’ n honger had. Ik heb me altijd afgevraagd waarom mijn ouders dat aan die meneer hebben gegeven, want er zaten allemaal schilfers van de pan in het eten.
Ik weet ook nog dat wij onder schooltijd altijd naar een andere school gingen om te eten. Op een dag liep ik via de kade naar deze school en zag ik ineens een pak met voedselbonnen liggen. Ik heb dat pakket aan mijn ouders gegeven. Na de oorlog kwam ik erachter dat mijn ouders deze bonnen voor zichzelf hebben gehouden en voor ons gezin hebben gebruikt tijdens de oorlog.”

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892