Erfgoeddrager: Djenet

‘’Mijn 25-jarige vader vluchtte met zijn broer de stoffenkelder in’’

Waar ligt Soest eigenlijk? Is dat niet heel ver weg? De autorit naar het huis van Monica Kattenburg is misschien wat lang, maar ook gezellig, vinden Cherokee, Eliyah en Djenet van de IJpleinschool in Amsterdam-Noord. Onderweg zien ze het beroemde Paleis Soestdijk. Intussen bedenken ze goeie vragen die ze willen stellen aan Monica Kattenburg over de Tweede Wereldoorlog. Monica is na de oorlog geboren, maar ze zal het verhaal vertellen van haar Joodse vader Hans, zoon van de oprichter van textielfabriek Hollandia-Kattenburg in Noord.

 

Wat was Hollandia-Kattenburg voor fabriek?
“Het was een moderne textielfabriek waar ze regenjassen maakten. Jacques Kattenburg, de vader van Hans, heeft de fabriek laten bouwen in 1917. Hans had een oudere broer en een oudere zus die ook in de fabriek werkten. Het was een groot, mooi pand met hoge ramen. Er werkten wel 700 mensen, mannen en vrouwen. De helft ervan was Joods. Jacques vond het belangrijk dat de condities voor de werknemers goed waren, vandaar ook die grote ramen. Het was een leuke werkplek. In de oorlog hadden de Duitsers de fabriek overgenomen. Alle Joodse werknemers kregen een Sperre. Dit betekende dat ze niet zouden worden opgepakt omdat ze belangrijk werk deden voor de Duitsers. Lang ging dit goed, tot die bewuste 11 november 1942, toen bij een razzia alle Joden werden opgepakt. Mijn 25-jarige vader vluchtte met zijn broer de stoffenkelder in. Ze zijn niet opgepakt. Daar hadden ze heel veel geluk mee.”

Waar is Hans terechtgekomen?
“Hij moest onderduiken in ‘t Gooi. Maar omdat het ook daar steeds gevaarlijker werd voor Joden, had hij een plan bedacht. Samen met Bob van den Berg, die hij kende van de Hollandia-Kattenburgfabriek en die ook wist te ontsnappen aan de razzia, had hij zich onder valse naam aangemeld om te werken in Duitsland. Hij heette toen Henk Kuilman. Dat was natuurlijk heel erg spannend want als ze zouden worden gesnapt, konden ze alsnog worden opgepakt. Maar de omstandigheden in de machinefabriek waar ze werkten, waren goed en ze woonden met een klein groepje Nederlanders samen in een huis. In het najaar van 1943 zijn ze naar Baden-Baden gegaan. Daar heeft Hans nog als portier in een hotel gewerkt.”

Hoe weet u dit allemaal?
“Mijn vader was tijdens de oorlog al verloofd met mijn moeder Greetje en hij schreef heel veel brieven aan haar. Wel 98 brieven schreef hij en die zijn er allemaal nog. De brieven die mijn moeder schreef aan mijn vader, zijn helaas verloren gegaan. Hans schreef Greetje ook over Bob die het ene vriendinnetje na het andere had. Hij was bang dat Bob te veel vertelde aan die Duitse meisjes. Hans was een stuk ouder dan Bob en voelde zich verantwoordelijk voor hem. Hij maakte ook geld over aan de moeder van Bob. Dat hebben we allemaal ontdekt toen we de brieven lazen.”

Hoe eindigde de oorlog voor Hans?
“In april 1945, toen de oorlog voorbij was in Baden-Baden, is mijn vader met het groepje Nederlanders teruggegaan. Te voet. Daar hebben ze wel tien dagen over gedaan, helemaal via België en Frankrijk tot in Maastricht. Uiteindelijk heeft hij mijn moeder weer gezien en zijn ze op 14 juli 1945 getrouwd. Dit verhaal loopt dus heel gelukkig af.”

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892