Erfgoeddrager: Dilhan

‘Ik was verschrikkelijk bang dat mijn vader gepakt zou worden’

‘De Duitsers deden verschrikkelijke dingen, maar toen de soldaten hier binnen kwamen lopen zagen ze er ook heel indrukwekkend uit’, horen Milou Dihan en Bloeme van mevrouw Scholte. Zij vertelt ze over hongertochten, haar gesneuvelde buurjongen, wat vrijheid eigenlijk betekent en hoe je het kunt behouden. En ze vertelt over de leuke dingen uit de oorlogstijd:  het bevrijdingsfeest bijvoorbeeld, dat voor haar éxtra feestelijk uitpakte.

Hoe wist u dat de oorlog écht begonnen was?
‘Dat merkte ik toen de Hollandse soldaten werden opgeroepen. Die werden ondergebracht in mijn school. Ik kreeg vanaf dat moment les op een andere school, voor halve dagen.

Die Hollandse soldaten hebben er maar kort gezeten. De echte oorlog, waarbij gevochten werd tussen de Duitse en Nederlandse soldaten, duurde maar even. Mijn buurjongen is tijdens die gevechten gesneuveld. Ik was 13 en hij was vijf jaar ouder dan ik – ik kende hem dus niet zo goed maar ik weet nog goed hoe hij heette: Henk Jansen.

Na de Nederlanders kwamen er Duitse soldaten in mijn school. Die Duitse soldaten waren heel netjes. Bij de Nederlanders hingen hun ‘puttees’, de beenwindsels die ze droegen, te drogen aan de ramen. Bij de Duisters zag je zoiets nooit. Ze zagen er heel mooi uit en deden erg vriendelijk -we waren bijna trots op ze. Toen wisten we nog niet wat er zou komen. We waren natuurlijk nog kinderen.’

Wat is het engste dat u heeft meegemaakt?’
‘Toen er op een gegeven moment geen brandstof meer was om te koken en om de kachel aan te maken moesten we hout stelen. Dat was steeds minder goed te vinden omdat iedereen het nodig had. Mijn vader besloot daarom met mij naar een villa in Wassenaar te gaan waar een aantal Duisters waren ingetrokken. Omdat niemand die tuin in durfde lag er veel hout. Ik was verschrikkelijk bang dat mijn vader gepakt zou worden en ben daarom maar gaan bidden – ik was katholiek opgevoed namelijk. Dat maakte mij toen wel wat rustiger. Gelukkig is mijn vader niet gepakt en konden we met flink wat sprokkelhout naar huis. Ik was achteraf heel trots op hem.

We zijn ook een paar keer op hongertocht gegaan richting Alkmaar. ‘We gaan naar de Noord’ zeiden we dan. Je hoopte bij de boeren dan eten te kopen. Op het laatst was dat moeilijk. Er was een keer een boerin die zei: ‘je krijgt niks meer want als ik het je hier geef, wordt het verderop voor heel veel geld verkocht’

Soms pakten de Duisters het eten ook af. Zeker van de mannen. Mijn vader had dat door en toen we bij de pont kwamen waar de Duisters stonden zei hij dat ik de handkar moest nemen met het eten. We hadden geluk; omdat ik een meisje was, mocht ik doorlopen.’

Wat is vrijheid voor u?
Vrijheid is niet dat je maar alles kan doen wat je wilt. Je moet ook rekening houden met een ander. Ik denk dat we onze vrijheid kunnen behouden en oorlog kunnen voorkomen als wij daar wat meer bij stilstaan en als we ons vriendelijk blijven gedragen tegen elkaar. Als je bijvoorbeeld zelf aardig doet tegen iemand, zelfs als hij niet zo aardig doet tegen jou, dan merk je dat die ander vaak ook wat aardiger wordt.  Ik denk dat iedereen dat eigenlijk in zijn hart wel weet.’

Waren er ook leuke dingen in de oorlog?
Natuurlijk was de bevrijding voor iedereen heel leuk. Maar voor mij was het extra leuk. Er waren allemaal dansfeestjes. Daar ging ik graag naar toe want ik had leren dansen van de buurvrouw. Op een gegeven moment hoorde ik een jongen achter me zeggen: ‘als jij dat blondje niet vraagt, dan doe ik het’. En met die jongen ben ik ook getrouwd!’

 

    

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892